Je hoeft niet in een boom te hangen om een eikel te zijn
Deze zomer was ik met mijn dochter bij een vakantie-activiteit die iets met de natuur heeft te maken heeft. Bij het inschrijftafeltje hoort ze het verhaal aan. Dan trekt ze haar conclusie en zegt vastberaden: „Ik vind dit stom.”
Vanaf de overkant van de tafel krijgt ze op belerende toon een reactie. Mijn dametje, dat pas de leeftijd van 6 jaar heeft aangetikt, staat stevig in haar slippers en volhardt dapper in de weigering. Ze voelt perfect aan dat er geen match is.
Anderhalve meter
Tijdens dit natuurtafelgesprek wordt haar gevoel op staande voet bevestigd. Het zou uitdraaien op knutselen met eikels. Kijk maar.
Een typisch mannetje, die bij het clubje behoort, legt een touw op de grond in een halve cirkel rond de tafel. Daarna vindt hij het nodig om mij met een arrogante grijns op zijn gezicht terecht te wijzen. Omdat ik me bevind binnen de spontaan ingevoerde zone van anderhalve meter.
„Jaja, anderhalve meter meneer… dat moet u toch wel weten”, voegt hij iets te nadrukkelijk toe. Daarna volgt een salvo van cynisch bedoelde opmerkingen.
In gedachten formuleer ik een kwalificatie die deze droeftoeter met baard ter plaatse met de grond gelijk moet maken. Mijn zelfbeheersing wint het wonderwel van mijn impulsiviteit. Het is opnieuw de bevestiging dat er meer eikels rondlopen, dan er in een boom hangen.
Protocol
Misschien kan ik in deze situaties beter proberen de humor ervan in te zien, maar dan moet ik wel heel diep graven. Bij onze oosterburen bestaat er een gezegde dat vrij vertaald luidt: ‘Humor is, wanneer men ondanks alles blijft lachen’. Natuurlijk, makkelijker gezegd dan gedaan.
Het corona-protocol maakt, met alle goede bedoelingen, meer kapot dan je lief is. Dan gaat het vooral om de manier waarop sommige mensen menen dit te moeten uitdragen. Het is een schimmig steekspel van ridders zonder zwaard.
Met corona is er een extra dimensie bijgekomen die ons niet vrolijker maakt. Terwijl ons hypocriete wereldje al zo druk is met het maken van verwijten.
De gulle lach
Positief blijven, als goed bedoeld advies, het blijkt zo vaak een loze kreet. Het is een poging om het hoofd een beetje boven water te houden in de aanhoudende golf van negativiteit. Natuurlijk zijn ze ons allemaal bekend: de klagers, waarbij het glas altijd halfleeg is en die de schuld nooit bij zichzelf zoeken. Maar altijd met het vingertje naar anderen wijzen.
Maar pas op: klagen, morren en drama creëren is heel besmettelijk. Nog veel meer dan corona! Daar is geen persconferentie voor nodig.
Waar zie je mensen nog lachen? Loop een willekeurige winkel binnen en kijk eens om je heen. Met het maken van een grap loop je tegenwoordig het risico dat je kop eraf gaat. Cabaretier Wim Sonneveld kaartte het jaren geleden aan: „Waar is de gulle lach op heden gebleven, meneer Sonneberg, dat vraag ik u af. De gulle lach is weg, chagrijnen zijn het allemaal.” De humor ligt nergens meer op straat.
Uitzonderlijk
Prima, je kunt ervoor kiezen om jezelf in een soort eeuwige staat van een k-gevoel te brengen, maar dat maakt het er niet gezelliger op. Of je besluit de lachspieren weer te activeren.
Lachen mag zonder het risico te lopen om niet voor vol te worden aangezien. Het valt ook niet onder de allergieën, die gedekt zijn door de ziektekostenverzekering. Een lach geeft adempauze, kleur op de wangen en energie. Een beetje gevoel voor humor is daarbij wel handig.
De lach komt zeker goed van pas in tijden van coronadreiging. En vooruit dan maar, die ene zomereikel mag deze keer ook meedoen!