Er wordt aan je gedacht
Lieve persoon die net voor de trein is gesprongen bij Amsterdam RAI,
Ik hoop dat je het overleeft. Ik hoop dat je wakker wordt in een ziekenhuis waar het verplegend personeel je warm ontvangt. Ik weet dat je misschien denkt bij het ontwaken: ‘Huh, dit wakker worden was niet de bedoeling’, maar ik hoop dat je later snapt dat het wél de bedoeling was.
Ik hoop dat je nog duizenden kopjes thee gaat drinken, dat de zon weer voor je gaat schijnen en dat je een mooie paraplu vindt tegen de regen. Ik hoop niet dat alles weer goedkomt, want nooit kan écht alles goed zijn, maar ik hoop dat het overwegend goedkomt en dat er weer hoop is. Ik hoop het zo. Ik hoop dat dit het dieptepunt was en dat je nu weer kan beginnen met klimmen.
En als je het niet hebt overleefd, hoop ik dat je blij bent en dat je rust voelt, waar je dan nu ook mag zijn. Ik hoop dat je weet dat er aan je gedacht wordt. De conductrice kreeg het amper over haar lippen, dat er een aanrijding was met een persoon. Ze was in gedachten bij jou. Toen ik het hoorde appte ik gelijk mijn beste vriendin, dus zij dacht ook aan je. Later belde ik mijn oma, met de vraag of zij voor je wilde bidden vanavond. Ik denk aan je, ook al ken ik je niet. Je bent niet alleen, want er wordt aan je gedacht.
Liefs,
Anna