Hengelen

Robert Beernink 8 jun 2020

‘Die stok is van bamboe, niet?’

‘Ja, hij was nog van mijn man.’

‘Mag ik …?’

‘Natuurlijk, meneer. Pas op, de walkant is glad.’

‘Wat een prachtige stek. U bent gevangen door de nieuwste rage, het vissen?’

‘Nee, ik kom hier al vijftien jaar, sinds zijn dood, elke donderdagmiddag naar de gewichtloos deinende dobber staren. Deel met hem mijn herinneringen en gedachten Tot ze eindelijk zwijgen. Lukt minder snel tegenwoordig, het is inderdaad drukker geworden.’

‘Welk aas gebruikt u? Brood, wormen?’

‘Niets. Er zit niet eens een haakje aan.’

‘U hebt dus nog nooit beet gehad.’

‘U bent de eerste.’