Dierproeven ten tijde van corona

Claudia Dries 25 mei 2020

De corona-crisis eist niet alleen menselijke slachtoffers. Duizenden proefdieren (vooral muizen en hamsters) worden wereldwijd geïnjecteerd met het dodelijke virus. Je kan je afvragen of dit werkelijk nodig is om een vaccin te kunnen vinden, maar je kan je ook afvragen of dit überhaupt zou mogen bestaan. Ik vind dat deze praktijken ethisch niet verantwoord zijn. En ik ben niet de enige die hier zo over denkt.

Dat er dieren worden gebruikt in experimenten is een feit. Daarenboven zijn er sinds het begin van de pandemie honderden proefdieren geëuthanaseerd. Het gaat hier om dieren die onderdeel waren van dierproeven voor COVID-19 zijn intrede deed. Aangezien er ten tijde van corona niet meer aan die experimenten wordt gewerkt, moesten al die dieren dood. Gaat het hier om menselijke gemakzucht, het onvermogen om ethisch na te denken of willen we het gewoon niet inzien?

Blind voor dierenleed / dierproeven

Als je het mij vraagt, is het een combinatie van bovenstaande drie. De meeste mensen zijn blind voor het dierenleed dat gepaard gaat met dierproeven. In eerste instantie zijn die dierproeven er namelijk om het menselijk bestaan te veraangenamen (in dit geval: een vaccin voor COVID-19 vinden zodat er minder mensen aan dood gaan). ‘Dat is toch goed voor de mens?’, zou je kunnen denken. Maar dat is een zeer oppervlakkige redenering, aangezien er niet verder wordt gedacht dan het menselijk welzijn.

Naast het feit dat er uit onderzoek bleek dat COVID-19 muizen niet eens ziek maakt, bestaan er ook tal van ethische bedenkingen bij deze praktijken. Tom Regan, pionier van de dierenrechten en hoogleraar filosofie, argumenteert in zijn werk The Case for Animal Rights dat het probleem ligt bij de manier waarop we naar dieren kijken. Hij stelt dat het fout is om dieren te zien als gebruiksvoorwerpen en hulpbronnen. Verder zegt hij dat we wel degelijk rechtstreeks bepaalde plichten hebben tegenover dieren. Niet-menselijke dieren hebben volgens hem, net zoals mensen, een individueel welzijn dat belangrijk is voor hen, ongeacht wat anderen hierover denken. Alle dieren hebben namelijk een inherente eigenwaarde.

Gewoontes worden niet snel opgegeven

Regans theorie van inherente eigenwaarde inspireert mij. Is het probleem echter volledig opgelost door eigenwaarde toe te kennen aan alle dieren? Mensen die opkomen voor dierenrechten zullen dit sowieso doen. Anderen gaan volgens mij niet helemaal overtuigd zijn door dit argument van individueel welzijn, want mensen geven hun gewoontes niet snel op. Ook Regan zag inderdaad in dat dierenleed veroorzaakt door mensen een diepgeworteld probleem is dat moeilijk te verhelpen is in onze maatschappij. Maar moeilijk gaat ook, toch?

Het uitvoeren van dierproeven is een voorbeeld van een samenleving die te weinig waarde hecht aan het welzijn van dieren. Zelfs wanneer de mensheid in een moeilijke situatie zit, zoals nu in de corona-crisis, moeten dierenrechten gerespecteerd worden. Het is onze rechtstreekse plicht die we hebben tegenover deze dieren die zelf geen stem hebben. Elk dier dat lijdt omwille van dierproeven is er één te veel, aangezien dergelijke experimenten vermeden kunnen worden.