Starnakel

Jan-Kees Verschuure 5 apr 2020

Op planeet Corona heb je tijd voor de dingen, zoals dromen. Geen dagdromen gekkie, ik ben focking achtenveertig. Nee echte dromen, ’s nachts. Die heb ik jaren niet gehad. Ze zeggen ook dat je dromen niet moet doorvertellen, als kwestie van waardigheid. Maar die van mij zijn onschuldig, het mag.

Ivo Niehe die meedoet aan Dancing on Ice, het daten van Bridget Maasland, dat werk. Afijn, ik sta voor de deur bij Bridget, ze doet niet open. Ze is waarschijnlijk gaan slapen, terwijl ik mijn dochter naar huis bracht.

Dromen hebben dat soort realistische details. Anywho, ik beland eenzaam in een aanpalend café, waar Dione de Graaff van het Sportjournaal in een hoekje zit op haar hurken, met de handen voor de ogen.

We gaan aan een tafel zitten, Dione leeft op. Ze voert mij witte speculaasjes met geweld, starnakel als een gammele kachel. De serveerster lacht, ‘Goed zo, meneer’. Ik zeg: ‘Waar is Toine van Pepernoten’, Dione geeft een serieus antwoord.

We vertellen elkaar over een dode geliefde, een verloren geliefde in mijn geval maar dat is ook dood. We slaan een arm om elkaar heen. Dat gebeurt soms gelijktijdig, heel soms. Omdat het kan. Alles kan, in dromen.