*Kosten en baten*

Denise Hagmeijer 12 apr 2020

De gevolgen van de coronacrisis beginnen nu echt concrete vormen aan te nemen in het dagelijks leven. Naast het anderhalve meter afstandsdansen, leidend tot mooie rumba’s en chacha’s door de supermarkt en vloeiende zigzagbewegingen over het fietspad en soms wat abrupte afrempogingen, worden ook de andere gevolgen langzaam zichtbaar. 
Op één van de afgelopen lentedagen besluiten mijn dochter en ik een stukje te gaan lopen naar de lokale ijsboer. Vier vliegen in een klap: de broodnodige beweging, een lekker ijsje, een bijdrage aan een lokale ondernemer en genieten van het zonnetje! Bij de ijsboer lijkt de rij enorm. Mensen staan keurig op anderhalve meter afstand achter elkaar te wachten in een lange rij over het dorpsplein. Twee plaatsen voor mij zie ik een bekende. We zeggen spontaan gedag. Maar om elkaar te horen is een tikkeltje stemverheffing geen overbodige luxe. Wanneer dochter en ik aan de beurt zijn om onze bestelling te plaatsen, zeg ik tegen de altijd vriendelijke ijscoman: “Het loopt nog aardig zo, hè?” Zijn glimlach verandert in een grimas. “Dat lijkt nu zo. Maar mijn inkomsten halen het bij lange na niet bij mijn normale omzet. Ik moet het van het seizoen hebben, hè. Ik mag blij zijn als ik mijn zaak overeind kan houden.” Ik voel zijn angst. Stress. Pijn. En ook mijn dochter is onder de indruk: “Erg, he, mam. Als de ijscoman moet sluiten door corona?” En zo zijn er vele kleine ondernemers. 
Maar ook op een ander level is de coronacrisis merkbaar in mijn omgeving. Ik heb een psychosegevoelige onderbuurman, met wie ik een haat-liefde verhouding heb. Niet om zijn kwetsbaarheid, maar wel om de overlast die hij kan veroorzaken wanneer hij drugs gebruikt. Hij heeft een badtrip om het zo maar te zeggen. Dat uit zich in schreeuwen, slaan met deuren, harde muziek, gooien met dingen terwijl al zijn ramen en deuren open staan. Dag en nacht. Sinds november was hij drugsvrij. Door zijn baan kreeg zijn eenzame leven zin. Deze week vond er een ommekeer plaats. De buurman is thuis komen te zitten. Er is door de coronacrisis geen werk meer voor hem. Daarmee verloor hij in één klap al zijn houvast. En heeft hij zijn toevlucht gezocht in zijn oude vriend: drugs. Met alle nachtelijke woedeaanvallen vandien. 
In gedachten vraag ik me af of alle kosten van de coronamaatregelen daadwerkelijk opwegen tegen de baten. Wel op het gebied van virusverspreiding en zorgcapaciteit. Maar op andere gebieden zie ik onze maatschappij langzaam een andere kant op gaan.