Alles komt goed
Het is een gewone zondagavond als mijn telefoon gaat. Het is een appje van mijn moeder, met daar in de foto die op mijn allereerste dag van de HAVO gemaakt is, zo’n 14 jaar geleden. Ik bestudeer het onschuldige snoetje, met de nog iets te grote tanden voor mijn gezicht en de outfit waar ik die zomer weken op had zitten broeden. Ik was 1.60m lang en woog zo goed als niks. Mijn haar had ik roodbruin geverfd, en mijn make-up bestond enkel en alleen uit een zwart lijntje onder mijn ogen.
“Ach wijffie..” zeg ik hardop. Ik begin bijna medelijden met mezelf te krijgen. Wat zou ik graag terug in de tijd gaan om dat meisje toe te spreken. Met dingen als:
“Ooit word je sterk genoeg om je boekentas de trap op te dragen zonder afwijking naar links. Niet nu, maar ooit.“
“Die nare meisjes waar je jaloers op bent? Die zijn nú aan het pieken en geloof me, dat wil je niet voor jezelf. Jouw tijd komt, echt. Oh, en die Bh’s? Opgevuld. Ook die tijd komt, echt.”
En wat betreft de gebeurtenis die ervoor gezorgd heeft dat er een donkere wolk die over mijn hele eerste jaar is blijven hangen: “Het is echt niet erg dat je midden in de aula op je snuit bent gegaan voor de neus van de jongen waar je heimelijk verliefd op bent, over 14 jaar heeft hij namelijk een heel leuk vriendje.”
Ja, dat meisje op de foto had het niet makkelijk. Ze was niet populair, maar werd ook niet gepest. Ze was er gewoon, in al haar onhandigheid. Net als mijn 26-jarige zelf, die nu weer tegen hele andere dingen aanloopt. Want niemand heeft mij verteld dat volwassen worden ook niet zonder slag of stoot gaat, dat verliefd worden nog steeds heel spannend is en dat ik ook nu nog minimaal één keer per week mijn evenwicht verlies. Ik vraag me af of die onhandigheid in mij ooit verdwijnt.
Maar of ik een steuntje in de rug van mijn 40-jarige zelf zou willen hebben, met dezelfde troostende woorden dat alles goed komt? Nee, het is veel te leuk om daar zelf achter te komen. Ook als het betekent dat dat een beetje struikelend moet.