Sluipschutter

Guus Gelsing 11 mrt 2020

Enkele jaren geleden had ik een barbecue ter gelegenheid van – als ik me niet vergis – een verjaardag van een goede kennis. Aldaar belande ik vrij snel in een conversatie met een van de andere genodigden over maatschappelijk thema’s en mogelijke complottheorieën. Via Area 51 maakten we een omweg naar het politieke landschap in Amerika om vervolgens te eindigen bij de onnoemelijke hoeveelheid geld die er is uitgegeven aan nutteloze oorlogen. ‘Maar’, zei ik, ‘als ik dan tóch in het leger zou zitten, dan zou ik wel sluipschutter willen zijn’. Een ietwat kritische blik was het antwoord dat mij werd gepresenteerd. ‘That’s a dream job’, zei mijn Amerikaanse kennis.

Uiteraard was mijn blik van een sluipschutter geromantiseerd door de talloze computerspelletjes waarmee ik mijn jeugd heb gevuld. Dagelijks kroop ik na een lange schooldag achter de computer in de huid van een virtuele terrorist om zodoende, gewapend met een headset en muis, andere virtuele terroristen aan gort te knallen. Wat ik echter ook deed, nooit kon ik tippen aan het niveau van mijn oudste broer. Had ik destijds geweten dat hij vijftien jaar later de functie van majoor zou bekleden, dan had ik in een eerder stadium de strijdbijl begraven.

Daarentegen is er wellicht toch iets blijven hangen door al die uren die ik heb gespendeerd aan al dat ogenschijnlijk, betekenisloze digitale geweld. Daarmee bedoel ik niet het feit dat ik onlangs een zeer accurate en succesvolle belastingaanslag heb gepleegd, maar dat ik met mijn primaire sollicitatiebrief raak heb geschoten. Het gevolg van mijn rake knal was namelijk dat ik op verhoor mocht komen, en mijzelf vervolgens moest verdedigen als verdachte schutter van de goed gemikte brief. De verklaring die ik heb afgelegd bleek achteraf helder, betrouwbaar en wekte enige nieuwsgierigheid op bij de verhoorders. Ze hadden wel interesse in de manier waarop ik met mijn spreekwoordelijke wapens en munitie omging, waardoor ze met het voorstel kwamen of ik eens een kijkje wilde nemen in hun krijgsmacht. Deze kennismaking leidden als snel tot wederzijds enthousiasme en de consequentie in de vorm van een arbeidsvoorwaardengesprek.

Terwijl de inkt op mijn diploma nog vers is, marcheer ik met mijn munitie richting de arbeidsmarkt. Daar aangekomen, zal ik mijn positie moeten innemen en opnieuw schoten moeten lossen, in de hoop dat zij – net zoals mijn eerste kogel – anderen zullen raken.