Dwarsdenken?
Ik hoor op de radio die boekverkoper, die in het boekenweekessay van Özean Akyol [alias Eus} is neergezet als een traditionele benepen man uit Veenendaal, die zeer neerbuigend zou doen tegenover klanten, die boeken kopen van Lucinda Riley.
‘Ik herken mij hier helemaal niet in,’ zegt hij, ‘als handelaar verkoop ik boeken aan iedereen. Ik doe dat al 35 jaar. Aan klanten geen gebrek, maar inderdaad als mensen mij literair advies vragen, dan zal ik zeker andere werken aanbevelen dan die van Lucinda Riley.’
Ik vind dit ‘Generaals zonder leger’ – want zo heet dit essay – nogal opgeblazen. Godfried Bomans en Lévi Weemoedt lijken ineens de grootste dwarsdenkers uit de geschiedenis. Bovendien spiegelt Eus zich aan het lot van Bomans: Eus loopt nu net als Bomans toen, de echte literaire erkenning mis omdat ook zijn boeken voornamelijk gelezen zouden worden vanwege zijn mediaoptredens.
Natuurlijk staat er ook veel in dit boekje dat het overdenken waard is. Er wordt namelijk nog wel degelijk gelezen door ‘de jeugd’ en wel op Instagram. Ook zijn er natuurlijk podcasts, Netflix en Youtube. Deze ontwikkeling leidt tot andere literatuur en heeft andere distributiekanalen doen ontstaan. Eus zelf wil in ieder geval geen voorbeeld nemen aan een schrijver als Daan Heerma van Voss, die volgens hem enkel kan oreren over hoe het moet en hoort als een generaal zonder leger, want buiten de grachtengordel heeft niemand ooit van hem gehoord.
Eus vindt het ‘broodnodig de regie terug te pakken in maatschappelijke polemieken van radicale politici, activistische journalisten en natuurlijk Gerard Joling, die nu de toon en de inhoud van grote vraagstukken bepalen’. Zelf gelooft hij namelijk wél in literatuur en uit liefde daarvoor vertelt hij zijn persoonlijk verhaal ook op scholen en is hij natuurlijk blij als die ‘literatuurliefde’ overslaat op de jongeren, zodat ze massaal zijn boeken gaan kopen.
Het etiket ‘De grote drie’, dat hier ook weer eens opgerakeld wordt, is voor mij allang passé. Lévi Weemoedt en Drs P heb ik altijd leuk en humoristisch gevonden en zelf niet uitgesloten van literatuur. Bomans vond ik vaak oubollig in zijn televisieoptredens. Kortom ik heb kennis genomen van dit essay, maar ben er niet door aangestoken.
Er wordt hier geen enkel criterium bepaald voor wat literatuur dan wél is… Maar misschien zet dit boekenweekessay wel wat in beweging. Ik kan er wel om glimlachen en las het met plezier, omdat ik dat rebelse wel herken.