De Wereld Draaide Door
De Wereld Draait Door: ik keek niet vaak, maar vaak genoeg om te weten dat elke uitzending begon met "aan tafel!" en eindigde met "tot zover, tot morgen!" – waarbij Matthijs steevast kort op de tafel trommelde.
Het programma was soms verrassend maar veel vaker vreselijk voorspelbaar. Het assortiment tafeldames en tafelheren werd slechts mondjesmaat aangevuld. Tot grote ergernis van de kijker, die ook wel doorhad dat Prem alleen maar aanschoof om stennis te schoppen.
In DWDD ging het vaak over kunst. Sommige mensen konden daar leuk over vertellen, de meesten vervielen al snel in hoogdravend gewauwel. Wanneer iets precies kunst is laat ik in het midden. Meer dan eens dacht ik: "als dít kunst is, dan bel ik nu het Kröller-Müller om te vragen of ze mijn uitwerpselen willen exposeren."
Smaken verschillen.
Matthijs van Nieuwkerk is de voornaamste reden dat het programma een succes werd. "Ik kan iets dat anderen niet kunnen", zo legde hij het zelf uit – en daar was geen speld tussen te krijgen. Die ene keer in die vijftien jaar dat Matthijs ziek werd, bleek het bovendien nog wáár ook: Menno Bentveld deed het leuk, maar de vaart rolde eruit. DWDD was een stoomlocomotief en alleen Van Nieuwkerk kon van een stoomlocomotief een TGV maken.
Of dit een miljoen per jaar waard was weet ik niet. Arie Slob vond in ieder geval van niet.
Veel Nederlanders draaiden bijna door – hoe ironisch – van woede over de besteding van hun zuurverdiende belastingcenten. Matthijs lag daar allesbehalve wakker van, al suggereerde hij een keer dat hij er slecht van sliep. Dit geloofde echter niemand.
"Uitgerekend nu de wereld stil staat stopt De Wereld Draait Door", hoorde ik iemand vorige week zeggen. Toegegeven: ik had dit niet kunnen schrijven als ik nooit had gekeken.
Het was soms ook best leuk.