De rollen zijn omgedraaid.
Totaal vertederd zit ik in de metro te luisteren naar een telefoongesprek van een van mijn medepassagiers. Ik positioneer mij zo dat ik het gesprek kan blijven volgen. De jongeman heeft zijn oma opgebeld: ‘Doet u het wel wat rustiger aan deze week? U heeft natuurlijk niet meer de longen van een 20-jarige.’
Oma antwoordt, maar dat kan ik natuurlijk niet horen. Aan de reactie van de jongen kan ik aflezen dat oma een koppige dame is, die van mening is dat ze ook nu nog van alles kan ondernemen. ‘Maar oma, u bent ook altijd bezorgd als ik ga voetballen, fietsen of snowboarden. En nu zijn de rollen gewoon een keer omgedraaid. Ik zou het zo zonde vinden als u en opa ziek zouden worden.’
De metro nadert mijn halte en ik sta op. Ik werp nog een blik op de bezorgde kleinzoon en we maken oogcontact. Ik glimlach en knik hem bemoedigend toe. Hij lacht terug. We zien elkaar en hij begrijpt wat ik wil zeggen. Met een goed gevoel loop ik het perron op.
Ik heb helaas geen oma meer. Maar ik hoop dat we allemaal goed voor onze opa’s en oma’s zorgen. Altijd, maar vooral ook nu. En als dat betekent dat je maar beter even uit hun buurt moet blijven, doe dat dan. Maar bel ze. En help ze om hun boodschappen online te bestellen, net als die jongen in de metro. 😊