Brieven uit mijn bovenkamer: een week in thuisisolatie
De eerste week voel ik me best sterk. Dit kan ik. Structuur aanbrengen. Alleen zijn. Thuiszitten. Mediteren. Yoga. Wandelen. Schrijven. Bewust leven. Ik focus me op liefde en vertrouwen. Er zijn momenten dat het me allemaal naar de keel grijpt. Dat ik zorgen heb. Maar ik ben vrij rustig. Tot ik vrijdag mijn laptop dichtklap en offline ga. Ik merk op hoe mijn hoofd zoekt naar bezigheden om niet te hoeven voelen. Zo werkt dat bij mij. Vluchten.
Eerst naar de Albert Heijn waar ik erachter kom dat ik niks nodig heb. Wel hoor ik een vrouw zeggen: “Is er nog hagelslag, anders breekt de pleur uit.” Ook zie ik dat het wc-papier voor het gemak maar staat opgestapeld bij een hamsterzuil en de taarten liggen in het kader ‘het leven is een feestje maar je moet zelf de slingers ophangen’ bij het voordeelvak. De flessen Merlot staan erboven uitgestald. Ik zwicht voor een zak paaseitjes en zo’n fles rood en groet mijn favoriete caissière Els achter haar plexiglas.
Tevergeefs zoek ik in de bodem van mijn glas naar een manier om die plotselinge onrust te bedwingen. Mediteren en wandelen roepen even heel veel weerstand op. Dan zet ik de docuserie van Justin Bieber maar aan. Zijn persoonlijke verhaal over angst raakt me recht in het hart. Hoe langer ik kijk, hoe emotioneler ik word. Eenmaal bij de bruiloft begin ik met horten en stoten te snikken. Daar zijn ze, de opgekropte emoties.
Ik huil om de wereld. Ik huil om de doden en de zieken. Ik huil om alle mensen die ons land op de been houden. Ik huil om de ondernemers. Ik huil om de ouderen en de kersverse gezinnen. Ik huil omdat niet de leeuw maar de hamster ineens het boegbeeld van onze samenleving is. Ik huil omdat alles niet meer is zoals het was. Omdat gister een jaar geleden lijkt. Omdat morgen erger kan zijn dan vandaag. Omdat we figuranten in een onwerkelijke speelfilm zijn en we niet weten wanneer we stoppen met draaien.