‘Wie ben ik als ik geen model meer ben?’
Die vraag spookt soms door mijn hoofd.
Ik had mijn waarde altijd gekoppeld aan wat ik ‘deed’, niet aan wie ik ‘was’. Als klein meisje, startte ik met atletiek. Daar was ik goed in – ik ontving de bronzen medaille op de Nederlandse Kampioenschappen. Fijn – zo’n medaille! – want dan wist ik weer dat ik waardevol was. Later werd ik model. Fijn – zo’n Louis Vuitton campagne! – want dan wist ik weer dat ik waardevol was. Deze overtuiging kwam niet alleen terug in grote dingen zoals ik hierboven beschrijf, maar ook in de kleine, onopvallende of alledaagse bezigheden. Pas als ik iets had gedaan, behaald of bereikt, was ik waardevol.
Maar weet je wat? Het leek nooit goed genoeg. Als je telkens iets moet ‘doen’ om je waardevol te voelen, is dat geen voorwaarde om ontevreden te zijn? Als je telkens grootse dingen moet ‘doen’ om een universeel, maar simpel verlangen (namelijk waardevol voelen) te vervullen, is dat geen vergif in je geest?
"Geluk komt van binnenuit," staat er vaak op onze oerhollandse Delftse tegeltjes. In elk cliché zit een waarheid, en zo ook in deze. Geluk is een accepteren van dat wat is. Geluk is een laten zien wie je bent – zonder iets te moeten zijn van buitenaf. Geluk is een op-je-af-laten-komen, en daar oké mee zijn. Geluk is een spel van liefdevol loslaten of aangrijpen, geen vals spel ter overcompensatie vanuit een niet-goed-genoeg zijn.
Geluk komt dus niet van buitenaf. Ons over-identificeren met onze ‘rol’ in de maatschappij maakt ons niet gelukkig, ook niet waardevol. We zijn al waardevol. Zonder iets te doen. Zonder iets te moeten. Zonder iets te kunnen. Ik ben niet perfect. Ik doe niet alles goed. En deze ‘waarheid’ accepteren? Wat een vrijheid geeft dat. Wat een rust. Wat een verlangen dat eindelijk bevredigd wordt.