Stop met Bevrijdingsdag
Enkele maanden geleden verscheen in de media het bericht dat bepaalde belangengroeperingen er voorstander van zijn dat Bevrijdingsdag een vrije dag voor iedereen wordt. Het toont opnieuw aan hoe problematisch onze relatie is met deze gedenkdag.
Het einde van de Tweede Wereldoorlog viel voor het zuiden van Nederland bijna een jaar eerder dan voor het gebied dat Nederlands-Indië heette. Het is niet onjuist om te zeggen dat voor de datum van de bevrijding een hollandcentrisch standpunt werd gekozen. De toenmalige minister-president Drees was tegen een algemene vrije dag op vijf mei. In 1955 kregen ter gelegenheid van de tienjarige herdenking alle basisschoolkinderen, waaronder ondergetekende, een plakkaat mee naar huis waarin op de geestelijke betekenis van deze dag werd gewezen. Na de viering in 1975 voltrok zich een inhoudelijke verschuiving. Ondernemers roken kansen om de aandacht op henzelf te vestigen. Op tal van plekken werd de viering in en rond winkelstraten geconcentreerd. De gemeente waar ik woon stond toe dat er een kindervrijmarkt aan werd vastgemaakt. Lorrenboergedoe begon het ideaal te omlijsten waar mensen hun leven voor hadden gegeven.
De verwerking van de bezettingstijd in Nederland en erbuiten is nooit vrij geweest van neurotische verschijnselen. Dit geldt ook voor een dag die de collabo’s weer in de hoek zet. Zelfs hun ver erna geboren nakomelingen komen soms psychisch in de knel als vanaf april extra aandacht aan de oorlog wordt besteed. Intussen komt er geen eind aan commercialisering, verkinderlijking en verengelsing. De dichtregels “Nooit heb ik wat ons werd ontnomen / zo bitter, bitter liefgehad” (Ida Gerhardt, Het Carillon, 1941) klinken door dit totalitarisme heel archaïsch. Het verabsoluteren van de vrijheidsidee heeft in de Nederlandse samenleving sowieso veel kwaad aangericht. Dit alles roept de vraag op of het vieren van Bevrijdingsdag niet beter kan worden beëindigd. Op 4 mei slachtoffers van de oorlog gedenken, in mijn familie een oom, is uiteraard ieders goed recht, maar de viering van 5 mei mijden omdat oneigenlijke bedoelingen misschien zelfs het eigenlijke motief voor zijn geworden is dat net zo goed.
Vijfenzeventig jaar na 1945 is een goed moment om te kijken of niet een ander historisch feit voor een vrije dag in aanmerking komt. Het ondertekenen van de Akte van Verlatinge bijvoorbeeld. Dat vond plaats in juli 1581, dus in een maand met ruim hogere buitentemperaturen dan in het begin van mei, verder staat dit thema los