Positief denken
Ik heb een ongelooflijk blije buurvrouw. Fleur heet ze.
“Heerlijk die regen. Zo goed voor de plantjes.”
“We moeten het er maar mee doen.”, brom ik.
“Nou buurman, het is niet moeten maar mogen.”
Fleur corrigeert me regelmatig. Positief denken, daar draait het om.
Min ombuigen naar plus. Dat is de nieuwe trend: “Als wij vanaf nu alleen maar positieve gedachten denken, dan is er over tien jaar geen oorlog meer.”
Ja, wie ben ik dan nog om achter te blijven? Ik wil geen oorlog op mijn geweten hebben, alleen maar omdat ik uit pure luxe een beetje heb zitten somberen!
Dus ben ik gestopt met negatieve gedachten. Ik vervang ze door lieve zoete roze gedachten met een chocoladerandje.
Natuurlijk is Fleur de eerste die ik op de hoogte stel van mijn bekering: “Fijn al die poepende honden hier. Krijgt het gras ook nog eens mest.”
Ter aanmoediging krijg ik een lief zacht kusje op mijn wang.
“Prima, dat al die bomen zijn weggehaald. Kunnen de buren eindelijk eens zien wat ik allemaal uitspook.”
Fleur blij. Ik blij. Nu hoor ik er echt bij. Ik mag zelfs bij Fleur op theevisite komen. Fris gedoucht, goed geschoren en met een glimlach van oor tot oor sta ik voor haar deur.
Als ze opent, komt de frisse geur van vers geplukte lelietjes-van-dalen me tegemoet: “Welkom, lieve lieve schat!”
Op de spiegel in haar gang hangt een briefje: “Echt, je bent de moeite waard!”
Binnen drinken we thee en zien we het leven onverbiddelijk zonnig tegemoet.
“Heb je de prachtige aanbiedingen van deze week al gezien?”
“Ja, de honing is tien procent goedkoper.”
“Geweldig hè. Hoe al die bijtjes dat voor ons uit de bloemen halen!”
“Misschien willen die bijen wel helemaal niet dat we de honing van ze afpakken.”, denk ik, als ik me heb teruggetrokken op haar plee.
Oef! De censuur is weg. Best wel gevaarlijk. Zeker hier. Bij Fleur. Ik houd me dus maar koest na het doortrekken.
Samen prijzen we nog even de buurt (vol grijs beton), de mooie auto’s voor de deur (heel irritant) en de grote voordelen van de opwarming van de aarde (alles gaat naar de klote).
Na het laatste slokje thee word ik uitgewuifd: “Echt, je haalt de trein nog wel!”
Ik ren snel naar het station waar het treinverkeer stil ligt vanwege een kapotte bovenleiding.