Leven en laten leven

Joop van der Laan 2 feb 2020

Het liedje van Rob de Nijs over de foto van vroeger brengt herinneringen aan mijn jeugd tot leven.

Mijn moeder is overleden toen ze 97 jaar was. Ze zou 105 worden als ze nog had geleefd en dat leek lange tijd een reële optie. Ze woonde de laatste jaren van haar leven in een bejaardentehuis. Samen met, in haar ogen, oude mensen die zaten te jeremiëren achter de spreekwoordelijke geraniums. Ze peinsde er niet over op die manier oud te worden.

Mijn moeder was altijd in de weer, duwde medebewoners in de rolstoel in de hoogste versnelling door het naburige park. Bij het gym-uurtje kreeg ze een vooraanstaande rol, zij kon namelijk uit stand haar handen vlak op de vloer leggen. In deze vrouw smolten glimlach en vriendelijkheid samen, klagen kwam in haar woordenboek niet voor. Gastvrij, innemend en bejaard, maar zeker niet oud.

Ze heeft me geleerd om iedereen in zijn waarde te laten. En dat niemand gelukkig wordt van roddel, leedvermaak en sensatiezucht. Dat het aanmatigend is mensen te veroordelen bij het maken van keuzes in hun leven. “Kijk eens in de spiegel” was haar welgemeend advies, “leven en laten leven” haar motto.

Haar levenslessen hebben aan betekenis niets ingeboet. Je moet ze wel oppoetsen en spiegelen, als de reis door het leven een andere wending neemt.
Die begon met een hectische rit met voor- en tegenspoed als in een achtbaan, op zoek naar de juiste balans. Nu met een dochter aan boord die sinds kort aan het leven is begonnen. Honderd jaar jonger dan mijn moeder dit jaar zou worden.
Het cijfer 6 komt dit jaar als leeftijd achter haar naam. Voor mezelf geldt een meervoud van hetzelfde getal. Dit roept soms vragen op over de juiste graad van verwantschap. Maar het is zoals het is, met in gedachten het levensmotto van mijn moeder. Saillant is wel dat we tijdens deze reis allebei korting krijgen. Zij met het kinderkaartje en ik als senior met een plus.

Het is boeiend te zien dat mijn dochter op weg is het leven in te kleuren. Vanuit haar perspectief en in haar eigen kracht. Zo jong als ze nu is leer ik ook van haar, zoals het kijken naar de gewone, kleine dingen. Ze doet me beseffen dat niet alles vanzelfsprekend is. En neemt me mee naar een bankje aan het water. Ik maak een foto, als een herinnering voor later.