Hij erin. Zij eruit.
‘Knieën optrekken. Kin naar de borst en PERSEN’.
De aanstaande papa zit naast me op ons bed. Kletst intussen wat met het bevallingspersoneel. Inmiddels vier vrouwen sterk. Ik ruik zijn aftershave en het maakt me onzeker. Gedoucht, geschoren én een mooi overhemd aan. Hij gaat zijn dochter vandaag ontmoeten, is zijn excuus. Of een knappe zuster, is mijn gedachte.
“Kom op Linsey, ze moet er nu echt uit”.
Een uur geleden de verlossende tien centimeter bereikt, maar van het hoofdje is nog geen spoor te bekennen. Na iedere perswee kruipt ze zelfs een stukje verder omhoog. Zou ze heimwee hebben?
Een groot bed bezaaid met plasmatjes. Zwarte keutels krioelend over het matras en vier paar ogen die haar bij de ‘voordeur’ staan op te wachten. Het is allemaal wat overweldigend kan ik me voorstellen.
“Het lukt haar niet, dus we gaan een ambulance regelen”.
Van schrik gaan nu alle sluizen op slot. In mijn, met vruchtwater besprenkelde trainingsbroek hups ik tussen de persweeën door de trap af. Steunend aan de keukentafel, wacht ik op twee gele mannetjes en een zwaailicht. 45 minuten lang.
De dames drinken koffie.
“Koekje erbij”, roept mijn man verheugd vanuit de keuken en hij sluit aan bij het gezelschap.
Op het gemakje wordt de brancard naar binnen gereden, moet de ambulancebroeder nog even naar het toilet en krijg ik een bemoedigend kneepje in mijn schouder.
“Het is allemaal wat hè, mevrouwtje”.
“Het is SPOED, heren”, bitst de verloskundige het tweetal toe.
Vanuit een knagend schuldgevoel besluit de ambulance broeder met me mee te puffen. Een stinkende nicotine walm, twee klamme zweethanden waar ik in mag knijpen en veel pijn. Wat een voorrecht.
Zodra er in het ziekenhuis een mechanische ontstopper mijn volledige ontsluiting binnen dringt, kan ik mijn geluk helemaal niet meer op. De aanwezige co-assistent valt flauw en nieuw personeel komt hem verzorgen. Gezellig op de verloskamer.
Uiteindelijk wordt in de aanwezigheid van twaalf volwassenen onze dochter geboren.
Terwijl de gynaecoloog van mijn losse delen een prachtig borduurwerk maakt, hoor ik de kersverse papa met onze familie bellen.
“WE zijn bevallen”.