Hengeldruk

Mark de Jong 2 jan 2020

Vissen is natuurlijk sowieso al een verschrikkelijke bezigheid, met je tent en je hengel. Vroeger deed iedere jongen dat in mijn dorp. Vissen. Als je een echte visser was dan ging je nachtvissen. De hele nacht voor je groene legertent aan de lokale plas gaan zitten met chips, bier en sigaretten om te vissen. Een soort ecologische hangjongeren waren het. Hadden ze ook zo’n zelfgemaakte viskar die je aan je fiets kon hangen. Als je dat had, dan was je een 15-jarige superster met een Ferrari.

Je zag ze overal, die domme karren met vast allerlei handige vakjes voor aas en op maat gemaakte hengelhouders die ze van zo’n plastic regenpijp maakte. Om nog maar te zwijgen over die foto’s, dat ze een grote vis vast hebben. Soms gingen er ook meiden uit het dorp mee, met de nachtvissers. Die hebben nu allemaal vier kinderen en lopen de hele dag in een joggingpak rond van de Action met een e-sigaret tussen de lippen.

Tot zover mijn vreemde afkeer tegen watersport en iedereen die daarbij betrokken is, want er is iets ergers aan de hand. Stop de persen, vrouwen en kinderen eerst, sluit ramen en deuren, hang op, klik weg, bel uw bank! Er is hengeldruk. Dit betekent dat er teveel hengels in het water liggen, zonder toplood (de tekstverwerker waar ik dit in schrijf onderstreept het woordje toplood met een rode streep en vraagt daarmee vriendelijk doch met een dwingend toontje of ik niet ‘potlood’ bedoel). Afin, er wordt dan gevist met strakke lijnen waardoor de kans groot is dat de vis tegen de lijn aan zwemt. De vis herkent dit, schrikt en zal de komende tijd niet meer bijten. En dat is foute boel. Ze zijn niet achterlijk, die vissen, met die vinnen van ze en dat betweterige mondje.

Ik wil het ook nog even over aasdressuur hebben. Je ziet bij het lezen van dat woord waarschijnlijk óf een paard met een paar regenwormen in zijn mond trucjes doen, óf daadwerkelijk een regenworm met een ruiter op zijn rug de gouden medaille binnen slepen op de olympische spelen voor je. Al is het maar omdat ik dat net opgeschreven heb. Aasdressuur houdt echter in dat de vissen het aas niet meer vertrouwen omdat er heel veel mee gevist wordt. Ze happen dan niet meer toe. Zijn ze ons toch weer te slim af hé, die visjes.

Laat je niet uit je nachtvistent lokken door deze psychologische oorlogsvoering Vissers des Vaderlands. De oplossing is, je zou het niet denken, vrij simpel. Gewoon ander aas gebruiken, beetje afwisselen. Verandering van spijs doet eten! Tipje, krijg je van mij.