Versluierende taal

John Mulder 2 dec 2019

Ik heb niet veel vertrouwen in makelaars. Aan elke koop zit wel een nadeel en ik heb moeten constateren dat makelaars nogal eens de neiging hebben om (mogelijke) nadelen van een huis niet te noemen. Sommige makelaars zijn daarnaast erg goed in mooipraterij, het gebruik van eufemismen en fantasievolle vaagheden wanneer zij huizen beschrijven. Nu ik sinds enige tijd op zoek ben naar een nieuw huis, ben ik eens gaan letten op de taal die makelaars gebruiken om een krot aan de man te brengen.

Wanneer een makelaar het heeft over een ‘idyllisch uitzicht’ en nauwelijks iets vertelt over het huis, ga er dan maar vanuit dat je met een bouwval of op z’n minst een sterk gedateerde woning te maken hebt. Natuurlijk, locatie telt, maar je woont niet in een uitzicht, hoe idyllisch ook.

Hetzelfde is het geval bij een ‘huis met mogelijkheden’ of een ‘huis voor de klusser met twee rechterhanden’. Ik hou van een positieve insteek, maar de moed zakt me in de schoenen wanneer ik vervolgens de foto’s van de woning bekijk en moet denken aan dat ene tv-programma waarin mannen het werkwoord ‘klussen’ verwarren met ‘volledig renoveren’. ‘Een huis met slooppotentie’ lijkt me dan vaak een betere kwalificatie, zodat voor dergelijke mannen duidelijker is waar ze aan beginnen.

Hoopvol is een ‘eenvoudige maar sfeervolle woning’, al zet ik direct vraagtekens bij het woordje ‘maar’. Dat woordje zwakt het woord dat ervoor staat namelijk af, en de vraag is dus hoe eenvoudig de woning dan eigenlijk is. Vaak blijkt dat het sfeervolle zit in een groene ‘retro’ jaren-70-keuken die van ellende uit elkaar valt, de overdadig met smeedijzer versierde gaskachel die ik herken van mijn grootmoeder, en bruine muren die jarenlang zijn geteisterd door de rook van zware shag.

Lachwekkend wordt het wanneer een makelaar spreekt over een ‘speels ingedeeld huis’. Bereid je dan maar voor op een huis vol met onnodige trapjes, nekkenbrekende opstapjes en hoekjes, waar je niets anders mee kunt dan een klein kind tijdelijk in opbergen. Een dergelijk huis lijkt meer op een gymzaal die is ingericht voor een uurtje apenkooien, dan op een slim en werkbaar ingedeelde woning.

Sommige makelaars voelen zich geroepen tot fantasievolle en verhullende beschrijvingen, waarmee men tracht een vrolijk zonnetje te laten schijnen in een duistere realiteit van achterstallig onderhoud, afbladderend en vergeeld behang, bizarre indelingen, gedateerdheid, lekkende daken etc. En ik vraag me alleen maar af: ‘Waarom?’