Tot de laatste slok
“De bloeddruk daalt snel! Er moet nu maximaal vocht ingepompt worden!” “Sluit ik aan!” “Meneer heeft een hevige darmbloeding, start nu met zes packed-cells bloed!”
“IK WIL BIER!!”
“Meneer rustig aan, blijf in bed liggen”
“Je ligt in het ziekenhuis en bent erg ziek, je kan nu geen biertje drinken”
“NEE, STOP IK WIL EEN BIERTJE!”
“Nu, één extra infuusnaald!” “Hou zijn arm vast!”
“De bloeddruk blijft dalen! Per direct 250mg tranexaminezuur via het infuus!” “Ga ik klaarmaken!” “Begin met de zuurstofsuppletie van 5L per minuut!” “Wordt geregeld!”
“BIEEEERRR!!”
“Meneer is te bewegelijk, een infuus plaatsen is niet mogelijk!”
“Ik haal fixatiebanden!” “Haal spullen voor een katheterisatie!”
“STOP NOU! IK WIL GEWOON EEN BIERTJEEEEE!”
“Hij blijft bloeden… Dit heeft geen zin… We moeten hem laten…”
De patiënt is wilsonbekwaam en er is afgesproken om alleen
nog beperkt te behandelen. Na overleg komt zelfs het besluit de behandeling helemaal te staken. De hectiek rondom de man neemt af en alleen de verzorging komt nog langs. Iedereen weet, dat hij deze dag nog gaat overlijden.
Voor meneer zelf lijkt dit geen zorg. De man, met lange, onverzorgde haren en een vlossige grijsbruine baard is lichamelijk al maanden op, kan het geestelijk nauwelijks nog volgen en is door al zijn familie en vrienden achtergelaten. Nee, dood gaan is geen angst voor deze man. Het enige wat hem nog stress oplevert is het gemis. Het gemis van een biertje…
Hoe gebrand iedereen in het ziekenhuis ook is om mensen beter te maken en levens te redden is dat niet altijd de beste kwaliteit van zorg. Het enige medicijn wat deze man nog wilt is het medicijn dat hij waarschijnlijk al heel zijn leven gebruikt, namelijk alcohol. Hoe ongebruikelijk het ook mag zijn, via de personeelskroeg bestel ik één flesje Hertog Jan.
Bij het zien van het flesje stopt meneer met schreeuwen. Een vredige stilte valt over de kamer. Er verschijnt een voorzichtige glimlach op zijn gezicht. Als verpleegkundige begeleid ik het koude flesje naar zijn lippen. Ik kantel deze lichtjes en een kleine slok bereikt zijn mond. De man is nauwelijks meer in staat deze in te nemen en de helft verdwijnt in zijn baard. De andere helft slikt hij door. En die paar druppels, zijn meer dan genoeg om zijn ogen te doen sluiten en de man volledig te laten ontspannen. Met een glimlach van tevredenheid valt hij in een vredige, diepe slaap…
Om zijn ogen nooit meer open te hoeven doen.