Te complex voor de GGZ
Ze noemen me ‘te complex.’ Te complex? Hoe kan je nu te complex zijn in de specialistische ggz? Ik wil hulp, juiste hulp. Hulp voor de trauma’s, angsten, pijn en zelfbeeld. Al zijn daar nog 50 opnames voor nodig, om echt vooruit te komen: Ik zou het met beide handen aangrijpen. Ik wil er alles voor doen en geven om niet meer elk uur van de dag in een nachtmerrie te leven, de nachtmerrie van mijn herinnering. Zo kan het niet meer. Ik hou het niet meer vol.
Er is wel wat ondersteuning, maar ik voel me niet gesteund. Want ik wil niet dat kletsje over hoe ik mijn weekend doorkom, ik wil het hebben over waar het over gaat. Wat er echt toe doet. Waarom ik me zo voel en vooral: hoe ik hier vanaf kom, of in ieder geval geminderd krijg. Maar in plaats daarvan laten ze me nu zo dobberen, alleen op de woeste zee, omdat ze bang zijn voor een hoog risico op dat het niet gaat werken, omdat ze bang zijn voor mijn dood: maar het werkt averechts. Ik schuif steeds verder van de bewoonde wereld. Elke stap kost me zoveel energie. Hoe hou je het leven vol als het zoveel moeite kost?
En dat is het grootste risico wat ze kunnen nemen… Het niet met me aan durven van heftige therapie, waardoor ik geen kans krijg op een leefbaar leven.
Want ik ben zo bang dat er later over me wordt gezegd:
’Voor haar kwam de hulp te laat.’
Óf:
’Hadden we haar toch maar hulp aangeboden, misschien was het dan wel anders gelopen.’
En het feit dat ik daarover na denk, terwijl ik amper meer kan denken aan het hier en nu door alle traumatische ervaringen, dat is misschien het allerslechtste, maar duidelijkste beeld van de GGZ in Nederland.
Te complex. Die GGZ dan, net als ik. Een grote bende. Een bende die heel snel hulp nodig heeft: zo kan het niet meer. Zo houden we het niet meer vol.