Suicidale patient
Ik zag je wel, suicidale patient. Terwijl je dacht dat het me niets kon schelen, dat je een nummer was. Net zoals het nummertje dat wordt getrokken om in de rij te staan. Maar zoals ik zei, zag ik je. Ik zag je pijn, het verdriet, de machteloosheid en de somberheid. Hoe kon ik het niet negeren, het was zo levensgroot. Jou wil om te sterven, te stoppen met het leven. Ik begreep het niet hoe donker jou bestaan was, toch zag ik jou. Ik hoorde, jou levensgrote kreten die uit het diepst van je innerlijke krochten klonken.
Hoe lang was je niet gezien en hoe lang was je niet gehoord. Jou duister had je onzichtbaar gemaakt, want veel mensen snapten jou niet dus ze zagen en hoorden je niet. Ook al kon ik niet veel voor je doen, want het was voor mij onmogelijk om jouw duisternis weer licht te maken. Het was bijna alsof je blind was voor het leven, je had alleen zicht op de dood. En terwijl bijna niemand je meer zag en ze je hadden opgegeven want, ze hoorde en zagen jou niet. Droomde je van de stilte, want door de wens naar suïcide was het innerlijke kabaal niet meer te houden. Ik zag je en ik hoorde je, maar door jouw kabaal hoorde je mij niet, door jouw duisternis zag je mij niet, de doktersassistent.