Plakjesavond

Derek Hogeweg 4 dec 2019

De Sint is al heel lang vrijgezel, maar dat is niet altijd zo geweest.
Vroeger ging hij wel eens stappen, de goedheiligman gedroeg zich als een beest.
Tot Sinterklaas op een avond een vrouw ontmoette, met lang haar en een leuke snoet.
Ze was mooi, maar moest niets hebben van hard werken en schoorstenen vol roet.
“Blijf jij maar thuis”, zei Sint tegen haar.
Dan hoefde hij niets uit te leggen, ze verscheen immers toch niet in het openbaar.
Jaren gingen voorbij zonder dat iemand iets doorhad.
Piet hoorde wel eens wat geluiden uit de slaapkamer komen, maar durfde nooit te vragen hoe het zat.
De cadeautjes werden netjes bezorgd en de kindertjes waren blij.
Sinterklaas was een gelukkig man, iedereen stond voor ‘m in de rij.

Op een koude decemberdag was het stil in Spanje, in het grote huis.
Sint stapte de kamer binnen en reageerde verbaasd: zijn vrouw stond niet achter het fornuis!
Hij gaf Piet opdracht de zaak onmiddellijk uit te zoeken.
Een vrouw die zomaar verdween, zoiets kwam alleen maar voor in spannende boeken.
Wekenlang zocht Piet, zonder resultaat.
Sint werd wanhopig, en ging opzoek naar goede raad.
Niet veel later liet een oude bekende van zich horen.
Het was de Kerstman, die vroeg of hij even mocht storen.
“Ik weet waar uw vrouw is”, zei de Kerstman, en wees naar het noorden.
“Echt?”, vroeg de Sint. “Je hebt haar toch niet laten vermoorden?”.
“Nee hoor, maak je maar geen zorgen beste man, ze is in goede handen”.
Sint begon nu toch enigszins te twijfelen, maar er ging nog geen lampje branden.
De Kerstman graaide in zijn rode pak en haalde er een foto uit.
Het was een afbeelding van een vrouw met lang haar, en een leuke snuit.
“Dat is mijn vrouw!” schreeuwde Sint woedend. “Wat heb je met haar gedaan?”.
De Kerstman barstte in lachen uit. “Ik kan er toch ook niets aan doen, dat ze van jou naar mij is gegaan?”.

De Kerstman verdween met zijn slee in de nacht.
Sint bleef alleen achter, piekerend over de naaistreek die hij nooit had verwacht.
Piet zag het verdriet en vroeg of hij iets kon doen.
“Ik heb een hakselaar nodig”, sprak de Sint. “Voor iets meer dan alleen groen.”
Piet vroeg niets en begonnen te rennen als een dolle hond.
Toen hij uit het zicht was verdwenen grijnsde de goedheiligman, en fluisterde: “op naar plakjesavond”.