Opa Trein staat in de krant
Als ik vlak voor het avondeten de mailbox nakijk, wacht een verrassing. De tekst lacht me tegemoet: Gefeliciteerd Jan Willem. Je bent de winnaar van de Metro lezerscolumn. Zou je voor 16.30 uur een foto van jezelf naar de eindredactie willen mailen.
Hoe laat is het. Oh nee. Te laat. Snel een foto opzoeken en verzenden. Helaas weet ik niet of ik op tijd ben, zodat de foto en de column morgen geplaatst kunnen worden.’
Ik voel een zenuwachtige ademhaling, afgewisseld met het gevoel en behoefte om stil te juichen.
‘Zal ik de kinderen vast App’en?’, vraagt mijn vrouw.
“Nee, eerst zien, morgen.’
In de nacht slaap ik erg onrustig. Voor mijn leeftijd wat kinderachtig, maar ik kan niet wachten om de Metro in handen te krijgen. Ik ga vroeg uit bed. Vandaag geen thee, niet ontbijten Ik douche en spring op de fiets. Onder het rijden verzin ik, voor wie ik nog een extra krant zal meenemen. Bij mijn jongste dochter ga ik zondag langs. Ik weet nog hoe mijn kleinste kleinzonen op het vorige verhaal met een gejuich reageerden: ‘Opa Trein staat in de krant. Opa Trein staat in de krant.’
Mijn oudere kleinzonen reageerden met: ‘Wat kan je daar van kopen opa. Help me, man. Geef mij wat. Hoeveel playstation-kaarten kan ik er niet van kopen?’
Al snel ben ik bij metrostation Parkweg. De bak met Metro’s is leeg. Teleurstelling, terwijl ik nog niet eens weet of mijn column er in staat. Ik fiets door naar Schiedam CS. De vier bakken in de hal zijn leeg. Ik check in met mijn OV-kaart. Daar zijn ze ook leeg. Dan besluit ik door te fietsen naar Rotterdam CS. De geur van heerlijk versgebakken brood maakt mijn maag nog leger dan hij al was. Opeens bedenk ik me, dat ik ook bij het Marconiplein langs kan gaan.
Op afstand zie ik al, dat de bak met Metro’s ook hopeloos leeg is. Aan de andere kant staat er ook een. Helaas. Dan komt er opeens een werknemer van de Metro met een gigantische stapel onder zijn arm. Ik wacht tot hij ze heeft neergelegd en bedank hem.
‘Ja meneer.’ zegt hij: ‘Het loopt storm vandaag. Er blijkt een geweldig verhaal in de lezerscolumn te staan. Ik heb het zelf niet gelezen hoor, maar er komen steeds mensen speciaal voor dit verhaal.’
Trots fiets ik met zo’n tien Metro’s in mijn fietstas naar huis. Niemand hoeft te weten, dat ik dit laatste gesprek zelf heb verzonnen.