Ixou-Besnôh-Welle-Keetje-Nettas-Vroegâh…

Oscar van Schijndel 4 dec 2019

Als ik de beschikking had over een tijdmachine, dan zou ik terug willen keren naar vroeger en nog eens een keertje die dingen doen die ik toen zo leuk vond. Dan zou ik teruggaan naar 1978 en die drie jaar overdoen die ik met mijn neef heb besteed aan allerlei muzikale avonturen. Grease, Meat Loaf, The Police, Britse ska. Natuurlijk was het ook dan onvermijdelijk dat hij eind 1980 naar Nieuw-Zeeland zou verhuizen. Maar met wat ik nu weet, had ik het met hem over de ellende gehad waaronder ik op school gebukt ging. En was er een waardig afscheid gekomen en niet een heimelijk vertrek terwijl ik zes weken ter observatie in een ziekenhuis lag.

“Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger…”

Station Moerwijk bestond nog niet, ADO speelde nog eerste divisie. Als ik naar “vroeger” zou kunnen gaan, dan zou ik die potjes Monopoly met een andere neef van me overdoen. De Lange Poten en het Plein kende ik nog van dat spel. Of ik dan alsnog zou winnen? Ik zou wellicht niet meer zo snel verliezen. Dat gold overigens ook voor die potjes voetbal op het plein, waar ik ondanks mijn lange poten toch vooral die eikel was die over elke lage bal heen dook.

“Ik zou best nog wel een keertje net as vroegâh…”

Het eindexamen zit erop, dus mag ik “as vroegâh” schrijven in plaats van “als vroeger”. Een avondje stappen? Een meisje halen op de brommer en daarna samen dansen? Iets wat ik alleen maar kende van verhalen van mijn vader. Van haringen hield ik niet. Raar eigenlijk, dat ik nu een boek schrijf over een stel jonge Westlanders die muzikale avonturen in Den Haag beleven. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met mijn liefde voor Haagse popmuziek van rond mijn geboortejaar 1970. Maar misschien is het ook wel een visie op wat met mij had kunnen gebeuren als ik "vroegâh" wél liefde in mijn leven had toegelaten. Het vreugdevuur in me wat meer had laten branden.

“Ik zou best nog wel een keertje…”

Ja beste lezer, ik lig te dromen. De vreugdevuren zijn vooral veel vuur en weinig vreugde. Om shocking blue van te worden. Met ADO wil het niet vlotten. “O, o, Den Haag”, het klinkt anno 2019 als een verwijt. Maar er is nog zoveel over om te waarderen. En dus blijft Den Haag voor mij die mooie stad achter de duinen, ook al snap ik dat niet helemaal. Immers, vanuit onze provincie Noord-Brabant gezien ligt achter de duinen toch vooral de Noordzee…