IEDER ZIJN KERST
Volgens de Van Dale is een traditie een oude gewoonte van een (grote) groep mensen. De kerst uit mijn jeugd voldeed hieraan. Mijn wieg staat in katholiek Brabant. Kerst heeft voor mij dan ook iets magisch. Het ritueel van de kerstboom versieren herinner ik me nog als de dag van gisteren. Engelenhaar, zilverkleurige slingers, vogeltjes met zo’n prachtige staart, kitscherige kerstballen. Het ritje naar de bossen met mijn vader om echt mos voor bij de kerststal te halen. Spannend, want toch een beetje illegaal. Als het donker en eigenlijk bedtijd was, op kerstavond naar de kerk. Na afloop wachtte dan een broodmaaltijd met beschuit met muisjes. Er was immers een kindje geboren.
Tijdens de kerstdagen gingen we altijd één dag fonduen. Gehuld in onze polyester kerstkleding bewaakten we met een vorkje ons stukje vlees in een pan boven een spiritusbrander. Een kerstwonder dat we nooit met piepende banden naar de Eerste Hulp hoefden. Voor de andere dag stond mijn moeder uren in de keuken om een viergangendiner op tafel te zetten. Garnalencocktail, een pasteitje, rollade: dat klonk pas sjiek. Ik genoot van het samen eten, de mooi gedekte tafel, de geknutselde menukaarten, de kaarsjes. De kerst-lp’s die hun rondjes draaiden.
Als kind kende ik alleen deze manier van kerst vieren. Iedereen deed het zo. Tijden veranderen. Ik veranderde mee. Mijn man en ik genieten nu elk jaar van ons eigen ritueel: op kerstavond naar Brabant terwijl uit de autoradio ‘driving home for Christmas’ van Chris Rea schalt. Op eerste kerstdag samen koken met mijn broers. Mijn ouders, genietend van hun (klein)kinderen. Een dag later rijden we naar een vakantiepark op de Veluwe. Mijn schoonouders en mijn schoonzusje en haar gezin brengen daar namelijk altijd de feestdagen door. Vrienden verzekeren zich steevast van een witte kerst door op wintersport te gaan. Anderen zoeken juist de zon op. De een gaat altijd uit eten, de ander slooft zich uit in eigen keuken, of zet het gourmetstel op tafel. In kersttrui, smoking of gewone kloffie. In een huis en tuin voorzien van zoveel kerstverlichting dat vliegtuigen erop zouden kunnen navigeren, of juist geen versiering.
Volgens de letter van de Van Dale-wet mag ik het woord traditie voor deze manieren van kerst vieren vast niet in de mond nemen. Doe ik dan ook niet. Laten we het erop houden dat iedereen kerst hetzelfde schrijft, maar anders invult. Geen discussie. Alhoewel: moet kerst nu met een hoofd- of kleine letter?