Het Kerstrapport

Hilde Brontsema 15 dec 2019

Het is rapportendag. Met lood in mijn schoenen vertrek ik naar de school van mijn jongste zoon.
Flynn is ontzettend goed in heel veel dingen, behalve in dingen waar je cijfers voor krijgt. Hij is een ster in mensen zover krijgen dat hij mag blijven eten en vervolgens ook nog mag blijven slapen. Hij is nergens bang voor, kan fantastisch breakdancen, salto’s maken en koken.
Maar dus niet in dingen waar je op school cijfers voor krijgt zoals rekenen, schrijven en lezen.
Terwijl ik door de miezerende regen naar school fiets, bereid ik me voor op een boze 9-jarige. Een met dikke tranen over zijn wangen omdat hij niets kan. Dat iedereen beter is dan hij. Dat de juf stom is en dat hij nooit, maar dan ook nooit meer naar school wil.

De schoolbel gaat. Kinderen stuiven naar buiten. Ik zoek tussen alle hoofden naar een bos groen geverfd haar. Pas nadat al zijn klasgenoten het schoolplein hebben verlaten, komt hij op me afrennen. Zijn jas halfopen, uit zijn oranje rugzak steken gymspullen, een kerststukje en een twintigtal tekeningen van mannen in tanks met geweren.
In zijn hand heeft hij zijn rapport.

“Mammaaaa”roept ie over het plein. “Ik ben de beste van de klas”. Hij slaat het rapport open.
Op de laatste bladzijde staat een boodschap van de juf. Voor Flynn de beste danser van groep 6. Verder staat er dat ze trots is dat hij zo goed zijn best doet.
Ik sla een bladzijde terug. Daar staan nog steeds de vertrouwde onvoldoendes voor spelling en studievaardigheden. De dalende zwarte lijnen van de Cito-toets grafieken. Maar dat ziet Flynn niet. Want vandaag is hij de beste van de klas.