Het hele hebben en houden van een blokjesbuik
Een sixpack staat symbool voor een gezonde en gedisciplineerde levensstijl. Wist ik veel. Als vijftien-jarig jochie zat ik achter de computer, met een zak chips op m’n schoot en zes blokjes op m’n buik. Onder het shirt, onder de radar. Met de jaren kwam daar verandering in. Opeens begon ik verbaasde complimentjes te krijgen. Ik besefte dat ik iets speciaals had en werd bang het te verliezen.
Als anderen iets wilden hebben, moest ik het willen behouden. Iets dat eerst een natuurlijk resultaat was van sport en moeder’s gezonde maaltjes, werd iets dat ik koste wat kost moest beschermen. Ik verdiepte me in de kennis om een sixpack te kweken. Begon calorieën te tellen, deed oefeningen die ik nog nooit gedaan had. Werd bang voor vet, suiker en alcohol. Verkoos sporten boven borrelen. En voor het complete plaatje werkte ik ook aan een recht postuur en bredere borst, zonder sportschool of eiwitshakes – dat vond ik valsspelen. Zo werd het zesdelig hebbedingetje een mentale last.
Ondertussen ben ik bijgedraaid, zonder de scherpe randjes van het extreme. Buikspieren zijn niet per se een big deal, maar het laat zien dat begeertes niet alleen behaald moeten worden, maar ook behouden. Of het nu fysiek, mentaal of materieel is. Spieren moeten blijven getraind, een muziekinstrument bespeeld, een nieuwe taal gesproken. Een nieuwe sportauto moet onbekrast blijven blinken.
Het bereiken van doelen geeft het leven kleur, sterkt je vertrouwen en zet koers voor de volgende stap. Daar is niks mis mee. Maar soms raak je op die manier letterlijk en figuurlijk te veel met jezelf bezig, juist door wat anderen willen. Neem de recreatieve bodybuilders, carrièretijgers en Instagram influencers. Al die uren in de sportschool met een koptelefoon op, ‘s avonds doorwerken of studeren, het maken van honderd en één gefilterde foto’s.
Een pure zelfinvestering met misschien meer aanzien, maar ook meer afzondering. Vooruitblikkend met de voornemens à la 2020, lijkt het geen gekke gedachte: Wat anderen willen en hebben, hoef ik niet per se.