400 woorden
Zo vlak voor Kerst had ik graag een column in kerstsfeer willen schrijven. Een sausje van vredigheid en liefde er overheen. Met hetzelfde sentiment als de tv-reclames die ons laten zien hoe prachtig de wereld kan zijn. Om in dat gevoel te kruipen heb ik mijn zoon de hint gegeven dat een diner op zijn kamer welkom zou zijn. Wat ik terugkreeg? De opmerking dat ik een Boomer was. Heel even kreeg ik het gevoel dat hij daarmee bedoelde dat ik op een lief en aardig klein hondje zou lijken Toen ik vernam dat een Boomer een moderne naam is voor een conservatieve oude zeur was de euforie gauw verdwenen.
Een kerstdiner kon dus van mijn lijstje af. Dan maar kijken of ik ergens een egeltje kon opsnorren. In mijn gedachten was dit het perfecte idee voor de juiste gemoedstoestand. Snel een hokje getimmerd. Als tapijtje veel stro en wat oude prijs loze staatsloten van vorige jaren. Nu nog op zoek naar het beestje. Het resultaat was bedroevend. Stad en platteland heb ik afgereden en nergens een egeltje kunnen vinden. Ja hele platte. Die ben ik onderweg zat tegengekomen. Maar ik wil geen platte egel. Het moest dezelfde egel worden als die van de loterij.
Geen kerstdiner, geen egel, hoe zou ik dan toch nog in de juiste stemming kunnen komen? Opeens wist ik het. De kraamafdeling van het ziekenhuis! Gelukkig hadden we net een kerstboom opgetuigd. Met vereende krachten heb ik die uit de standaard gerukt. Mijn vrouw, die wel wat gewend is, met verbazing achterlatende. En onder het mom van niet zeuren later vragenstellen ben ik, in onze krap zittende familieauto met een bijna lege tank, naar het hospitaal gereden. Helaas kwam ik daar niet verder dan de beveiliging. Ik kwam niet naar binnen, ook niet voor een slavink.
Om ervoor te zorgen dat de ultieme wens om een column in kerstsfeer te schrijven toch uit kon komen, wilde ik nog een paar pogingen wagen. Zo ben ik in een kinderstoel aan de eettafel gekropen en heb Lidl bij Lidl bij gezongen tot ik een ons woog. Ik heb liters Cola Cinnamon opgezopen, zoveel dat ik bijna verder als kaneelstok door het leven moest gaan.
Ergo, het is mij niet gelukt. Geen column in kerstgedachte. Geen Happy Family. Geen Jingle Bells. Niet meer dan zo’n 400 woorden. Met deze twee als extra; “Fijne Kerst”.