Van haar houden is net als ademen.
Van haar houden is net als ademen.
Mijn vriendin en ik zijn uitgenodigd voor de bruiloft van haar tante. Het wordt gevierd in Italië. Als wij op reis gaan krijgen wij altijd ruzie, het begint al bij het inpakken. Zij is er goed in. Ik niet. In de taxi naar Schiphol kijk ik naar haar. Ik ben te moe om te praten, maar te wakker om niet te denken.
Ik denk aan het feit dat ik stapelgek op haar ben. Van haar houden is net als ademen. Eenmaal op Schiphol zoeken we naar de juiste gegevens voor onze vlucht. We lopen hand in hand. De ruzie is gelukkig een vroeger geworden.
‘’Hoe heeft tante Karin haar man eigenlijk leren kennen?’’ Vraag ik.
‘’In Italië. Zij werkte daar als patatbakster en hij bestelde een patatje bij haar.’’
‘’En toen?’’
‘’Toen vond hij de patat te snel gemaakt. Het was alsof zij haar vlucht moest halen.’’
‘’Net als wij. Hij gaat zo weg. Ik houd trouwens heel erg van jouw patat. Ook al haal je die altijd bij iemand anders.’’
‘’Ik hou van jou. Zorg je wel dat je straks even slaapt in het vliegtuig? Ik wil vannacht met je dansen.’’
‘’Ja, we gaan dansen tot de krantenjongens opstaan om te gaan werken.’’
In Italië schijnt de zon. Alle mensen van wie zij houdt en ik erbij heb gekregen zijn er. Eerst drinken we koffie en daarna champagne. Er is geen haast. Er hoeft geen vliegtuig gehaald te worden. We dansen de nacht open. De krantenjongens staan op en wij dansen nog steeds. In bed ben ik weer te moe om te praten maar, te wakker om niet te denken.
Meestal voldoet het echte leven niet aan wat we ervan verwachten, maar deze dag komt aardig dichtbij.