Ondertussen op de pakjesafdeling… Sabotage
Een beetje giechelig van de zenuwen zitten twintig vrouwen en één man in de bestuurskamer van de Bijenkorf. Iedereen is uitgenodigd om tegelijkertijd te komen solliciteren voor de functie van inpakker in de aanloop naar de feestdagen. Op tafel staan taartjes. De stemming is goed. In het kringgesprek wordt ons gevraagd hoe we het warenhuis in één woord zouden beschrijven. "Een hele mooie winkel" oppert het meisje naast me. Ik zeg dat ik het daar mee eens ben. Het hoofd cadeautjes maakt aantekeningen. ‘Is dit een test?’, vraag ik me af. Dan vraagt hij of we een doosje zouden willen inpakken. Verschrikt kijkt men in het rond. Nog een test, en niemand heeft gezegd hoeveel inpakkers er zullen worden aangenomen. Nu wordt de feestelijke sfeer aan de kant geschoven voor ‘survival of the fittest’. Een wat oudere mevrouw houdt haar arm angstvallig om haar werkplek heen, zodat de buren geen trucs kunnen afkijken. Ik roep naar de overkant of ik misschien wat plakband mag hebben. De jongedame in kwestie scheurt hardhandig een minuscuul stukje af waardoor één kant helemaal verfrommeld. Opgewekt geeft ze het me aan. Vervolgens zie ik haar met onuitstaanbare precisie haar eigen stukje tape afmeten en kaarsrecht op haar pakje plakken. ‘Vuile verrader’, denk ik, niet hardop. Ik overweeg opnieuw te beginnen, maar het grootste deel van de groep is al bij de strik aangeland. In mineur wacht ik de volgende dag op het verlossende telefoontje: dit wordt natuurlijk niets. Dan blijken er toch genoeg cadeautjes te zijn voor iedereen. Ik mag beginnen. Maar wel na een inpaktraining.