iPhone-meisje

Geertje Paaij 15 nov 2019

De bejaarde vrouw klampt zich vast aan het handvat van de rollator. Haar gewatteerde jack doet me denken aan de wintersport. De kleuren roze, paars en lichtblauw overheersen. Een broek van onbestemde kleur slobbert om haar heen. Haar voeten zijn gehuld in felblauwe sneakers met zilveren spikkels. In gedachten noem ik haar Aagje.

“Heeft u een OV-chipkaart?”, vraagt de buschauffeur.
Aagje rommelt in haar tas, mompelt iets en houdt een pasje tegen de digitale lezer.
“Nee, dat is uw bankpasje. Als u daarmee wilt betalen, moet u het apparaatje daarnaast hebben. Weet u uw pincode?”
De hand van Aagje zweeft boven het pinapparaat.
“U moet eerst uw bankpasje erin schuiven. Pas daarna kunt u uw pincode intoetsen.”
Aagje mompelt weer, houdt zich met één hand vast aan het looprekje en toetst met de andere hand de pincode in, zodanig dat het lijkt alsof ze de cijfers in het apparaat wil beitelen.
“Hij geeft een foutmelding”, zegt de buschauffeur. “O, u heeft nog een ander bankpasje?”
Aagje blikt onverstoorbaar voor zich uit en doet een nieuwe poging.

In de bus staat een meisje op en loopt naar voren. Ze draagt een zwarte jeans met de bekende scheuren rondom de knieën en een zwarte jas met bontkraag. Ze doet haar iPhone-oortjes uit. ”Ik betaal wel voor u.”
Aagje reageert niet. In opperste concentratie kijkt ze naar het pinapparaat dat een piepje laat horen.
“U heeft betaald,” zegt de chauffeur. “Fijn dat het is gelukt.”
Aagje laat zich neerzakken in de passagiersstoel bestemd voor invaliden. Een kwartier later stapt ze uit evenals het iPhone-meisje. Ieder gaan ze hun eigen weg. Aagje in haar schimmige wereld; voor het meisje ligt de wereld open.
Ik kijk ze na en hoop dat er voor mij ook ooit een meisje is dat mij wil helpen als ik de wereld om me heen steeds minder begrijp.