Hoorcollege
Een man in grijs pak staat voor in de zaal. Het scherm achter hem toont het Windows-logo. Hij gebruikt geen slides, zegt hij. Dat leidt alleen maar af.
Ik zie lege plekken om me heen. Dat viel ook te verwachten, om negen uur op woensdagochtend. We zijn wel met velen: ik doe een populaire studie, en zelfs in deze halflege zaal zitten nog enkele honderden studenten, waaronder ik dus. Ik had me alleen op de kou niet voorbereid en ril in mijn te dunne trui.
Ik hoor om me heen ijverig typen. Of dat is omdat de docent iets belangrijks zegt weet ik niet. Een paar maanden eerder, toen ik hier voor het eerst zat, had ik gezegd van wel, zat ik zelf alles wat werd gezegd op te schrijven. Inmiddels weet ik beter. Naast mij zie ik afwisselend een scherm met aantekeningen en andere webpagina’s. Voor mij wordt geshopt, zowel naar kleren als, zie ik, een pakket met collegeaantekeningen.
De docent kondigt een korte pauze aan. Het geluid in de zaal neemt toe. Studenten stromen de zaal uit, om koffie te halen of te roken. Ik trek mijn trui strakker om me heen. De volgende keer een dikkere, neem ik me voor. Ik draai me om naar mijn vriendinnen, leg mijn collegeblok op de lege stoel naast me. We praten wat, eten wat. Al snel keert de docent terug en richt ik me weer op het college.
Ik probeer te luisteren, maar dat blijkt lastig. Niet alleen voor mij. Ook mijn medestudenten focussen liever op andere dingen, merk ik. Facebook en Black Friday-sales. Een nieuwssite waar alleen op sportnieuws wordt geklikt. Achterin de zaal wordt zachtjes gekletst.
Ik kijk naar een scherm naast me en zie de tijd. Het college voor nu op te hebben gegeven, begin ik een planning voor de rest van mijn dag te maken. Teksten lezen en samenvatten, arresten doornemen, tussendoor nog even sporten. Mijn trein had vertraging vanochtend, bedenk ik me. Hopelijk straks niet meer. En zou het nog regenen buiten?
Nog vijf minuten. De eerste studenten trekken hun jassen aan. Documenten worden opgeslagen en webpagina’s gesloten. Laptops en collegeblokken verdwijnen in tassen. De docent sluit het hoorcollege af en de massa in de rijen voor me staat op, gelijk druk pratend.
We schuifelen naar buiten. Ik trek mijn jas dicht en schuif mijn handen in mijn zakken. De regen valt mee en ik wurm me door de menigte buiten heen. Mijn vriendinnen gaan door naar de werkgroep, ik mag naar huis. Ik lach naar ze, wens ze succes. Dan draai ik om en loop ik naar het station.
Volgende keer een dikke trui, beloof ik mezelf.