Handige Harry
“Was ome Harry nou maar hier”, zuchtte ik als kind wanneer op vakantie tijdens het badmintonnen de snaren van het racket knapten, of de gesp van mijn sandaal stuk ging. Want ome Harry, de vader van mijn beste vriendinnetje, was handig. Deze ‘wonderdokter’ woonde om de hoek. Als mijn lievelingspop door een onhandige aankleedactie van mij een beenamputatie had ondergaan, voerde hij een geslaagde operatie uit. Patiënt genezen, poppenmoeder getroost.
Met de campagne ‘Waardeer het. Repareer het’ stimuleert SIRE ons om niet alles wat stuk is zo maar weg te gooien. ‘Goed voor het milieu, de portemonnee en onze trots’ lees ik op de website. (Laten) repareren luidt het advies. Voor 80-plussers zoals ome Harry en mijn ouders, niet meer dan normaal. Op kale of gescheurde knieën van mijn broek naaide mijn moeder kunstleren appels of hartjes. Klinkt suf, maar een scheur in je spijkerbroek was toen nog geen modetrend waar je flink voor moest betalen. Mijn moeder maakte van een versleten kostuum van mijn vader mini-exemplaren voor mijn twee broers. Apetrots paradeerden ze over straat.
De tv, wasmachine, telefoon en radio gingen bijna een leven lang mee. Onverwoestbaar waren ze. Die apparaten zaten ook een stuk eenvoudiger in elkaar dan tegenwoordig. Met een soldeerbout, schroevendraaier, lijm en een druppeltje olie kwam je al een heel eind. Probeer nu maar eens je smartphone open te krijgen, of zelf je flatscreen te fixen. Eigenlijk kansloos. En laten repareren blijkt niet altijd goed voor je portemonnee.
Ome Harry hoef ik niet meer in te schakelen voor reparatieklussen. Ik ben namelijk gelukkig getrouwd met een handige Harry. Hij reanimeert mijn laptop, voorziet onze tuinstoelen van schroeven die nooit meer losgaan en verhelpt dat irritante gekraak van mijn fiets. Hij trots, ik trots.
Gisterenochtend begon mijn bejaarde stofzuiger ineens te stinken en te roken. Reanimeren door wie dan ook was zinloos, zo concludeerden mijn handige Harry en ik meteen. Normaal is een overlijden natuurlijk geen reden tot vreugde, maar in dit geval wel. Ik droom namelijk al een paar jaar van zo’n hippe stofzuiger die volgens de reclame mijn leven nóg leuker maakt. Een lichtgewicht alleskunner, zak- en snoerloos en bovendien energiezuinig. Goed voor mij én het milieu. Maar ja, zo’n ding koop je pas als de oude stuk is toch? Gisteren gaf mijn trouwe metgezel de geest. Eindelijk. Zonder een traan te laten bestelde ik gelijk een nieuwe. “Was de bezorger nou maar hier”, zucht ik.