(Geen) zin in
Nog maar net wakker, een dampende mok koffie voor mijn neus, blijft mijn hand zweven bij de zak met beschuiten. Het zal toch niet waar zijn? De dag is nog pril, maar ik word alweer geconfronteerd met het maatschappelijke probleem dat discriminatie heet. Mijn humeur bevindt zich na een eerste blik op het pokkenweer al in de categorie “te schieten.” Dit kan er ook nog wel bij.
De beschuiten laat ik voor wat ze zijn. Pissig neem ik een slok koffie en probeer me weer te verdiepen in de nieuwssites. Maar de irritatie heeft zich al te veel een weg gebaand in mijn systeem. Mijn aandacht voor de nieuwsberichten verslapt en de koffie smaakt me veel minder goed dan op andere ochtenden.
Iedereen heeft het recht gelijk behandeld te worden. Het lijkt zo klaar als een klontje. Oeverloze debatten en etnische oorlogen laten zien dat het zo simpel niet is. Achterstelling en ongelijkheid: het is van alle tijden en komt voor in alle lagen van de bevolking. Zelfs de beschuitenbakker van een zeker merk verlaagt zich tot het uitsluiten van een groep mensen.
Bloedchagrijnig kijk ik naar buiten. Nog steeds pijpenstelen. Met acht kilometer fietsen in het vooruitzicht met wind tegen is mijn enthousiasme ver te zoeken. Vol zelfmedelijden zucht ik nog maar eens een keer. Mijn blik valt weer op het pak beschuiten en op de slogan in het bijzonder. Wat nou: “Voor iedereen die er lekker veel zin in heeft vandaag?” Dat maak ik toch zeker zelf uit?
Verbeten grijp ik de zak en pak er het bovenste beschuit uit. Ik vervloek het ding dat in vijf stukken uit elkaar valt. Ik geef niet op. Ik laat me echt mijn beschuit niet ontzeggen. Alleen maar omdat ik er niet zo veel zin in heb vandaag? Kom op! Poging twee slaagt wel. Even later bijt ik in een royaal met boter besmeerd en overvloedig behageld exemplaar. Ik krijg er zowaar een beetje zin in.