Deuren die (niet meer) wijken
Het moet op een donderdag ergens in januari 2006 zijn gebeurd. Ik was zojuist begonnen met een klus in Den Haag, bij het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Op die dag schreef een weerkundig instituut Nederlandse geschiedenis. Een zeer zware storm, sterk genoeg om zware vrachtwagencombinaties van de snelweg te blazen, legde heel Nederland lam. Daar stond ik dan, in een stad waar ik verder niemand kende, met een kleine twee uur treinreis voor de boeg, terwijl er de rest van de dag geen treinen meer zouden rijden. Wordt het een peperdure hotelkamer, de daklozenopvang of de hele nacht over straat zwerven? Een telefoontje naar mijn ouders bracht redding: er woonde een verre neef van mij in die stad. De deur week toen ik daar aanbelde. Hij heeft me opgevangen en mij een schuilplaats voor de nacht aangeboden. Plus een fraaie lezing over de hogere wetenschap van koffie.
In die tijd woonde ik nog op mijn oude adres, met als buren een jong Pools gezinnetje. We zochten elkaar niet bewust op, maar er was wel altijd een groet en soms een kort praatje als we elkaar tegenkwamen. Toen ik een dag later tijdens zo’n contactmoment mijn verhaal over die storm wilde vertellen, nodigden ze mij uit om dat binnen bij hen thuis te doen. Bakkie thee, koekje, babbeltje, tegen een muzikaal achtergrondbehang van de grootste hits van Edyta Górniak.
Aan die gebeurtenissen moest ik denken toen ik afgelopen week las dat bij een kwart van de Nederlandse huishoudens de deur in de avond niet meer zal wijken als er wordt aangebeld. Positief blijven Ossie, bij driekwart gaat die deur nog altijd wel open. Maar toch vrees ik dat er een trend is gezet, en daar word ik op zijn zachtst gezegd een beetje verdrietig van.
Het zal ongetwijfeld te maken hebben met ongenode gasten. En ja, ik snap de gevoelens van mensen die daarmee te maken hebben gehad. Maar ons land wordt niet alleen maar bevolkt door overvallers en colporteurs. Door de deur vakkundig dicht te houden, maken we het onszelf ook onmogelijk om iets goeds te doen voor een ander. Iemand die we niet kennen, maar misschien wel hulpbehoevend is. Misschien wel een vriend, die we nog niet hebben leren kennen.
“Ik kan alleen maar dromen dat alle deuren wijken als er wordt aangebeld.” Het kan helaas niet eeuwig Kerstmis zijn, maar ik hoop wel dat al die deuren open blijven gaan. Al was het maar omdat binnenkort de volgens velen mooiste tijd van het jaar voor de deur staat.