De brievenbus
Het is 7 uur in de ochtend. In de app-groep van de loopvrienden verschijnt het eerste berichtje. ‘Wie gaat er mee vanavond; 19.45u, brievenbus’. Al snel druppelen de reacties binnen.
De brievenbus in de wijk is ons verzamelpunt. Drie keer in de week komt een bonte verzameling vijftigplussers, in felgekleurde shirts, uit alle windstreken aangesneld. Nog nahijgend van snel koken, eten, het werk, de kinderen, files en andere beslommeringen.
Zes jaar geleden ben ik ermee begonnen. Een spontane reactie op het bericht kanker te hebben. De ene na de andere buurtgenoot met voorzichtige sportieve ambities haakte aan. Oorspronkelijke twijfels – ‘dat kan ik nooit’ – zijn overwonnen. Hele marathons zijn afgelegd.
Langzaam zet het clubje zich in beweging. Onderweg overstemmen het geklets, gemopper, gelach, meeleven met eindeloze verhalen over bazen, blessures, demente ouders en andere zorgen, het gezucht en gehijg. Ook op andere momenten trainen we. De loopoutfit blijft dan in de kast. Flessen wijn en glazen komen op tafel. Trainen? Jazeker! Doel van alle voorbereidingen is een wijnmarathon. Ruim 42 kilometer rennen door druivenvelden, langs wijnkastelen. Onderweg doen lopers zich tegoed aan de beste wijnen. En er valt veel meer te genieten. Op cruciale momenten gaat de wijn vergezeld van een Frans ontbijtje (na 2 km!), entrecote van de grill, kazen en – lonkend bij kilometer 38 – oesters. Deze als verantwoorde aanvulling van je eiwitten. Geen betere stimulans om je naar de drankpost te slepen en handenvol oesters weg te slurpen.
We finishen zigzaggend. De bijnaam van dit feest luidt niet voor niets ‘de langste marathon van de wereld’. Niemand let hier op een metertje meer of minder. Wel weet je dat, terug in Nederland, de geijkte ‘En, wat was je tijd?’-vraag komt. Tsja. Hoe leg je uit dat het hier niet gaat om het behalen van een goede tijd, maar het hébben van een goede tijd. Hand in hand leggen we de laatste meters af. Ieder ontvangt een dikke medaille én een kistje wijn. Met een drinkbeker: voor het ongelimiteerd aanvullen van vocht, natuurlijk uit wijnvaten. Enfin, op deze geweldige tijd moet gedronken worden!
Het is 7 uur in de ochtend. Nog stram van de laatste training trilt mijn mobiel: ‘Wie vanavond; brievenbus?’. Positieve nasleep van kanker. Door afzien hebben de woorden van Campert een heerlijke betekenis: ‘Het leven is vurrukkulluk’. Mijn duim drukt op het ‘duimpje omhoog’ en ik typ: ‘Bén er. Fijne dag!’