Beter leven: singles zijn ook drie sterren waard
Als ‘wij singles’ ons even kut voelen, luidt de klaagzang als volgt: ‘Where is my soulmate at?’ Dat zinnetje zo’n 14 keer herhalen. Dan denk ik: Ja weet ik veel. Misschien even pissen terwijl ‘ie Candy Crush speelt? Of misschien is jouw soulmate ongeboren en word je later alsnog raar aangekeken, ook al heb je eindelijk een vaste relatie. ‘We’ schijnen blijkbaar iemand te missen en zonder gaan we dagelijks halfdood.
Ik ga met alle plezier alleen uit eten, helemaal prima. Niemand die zich stoort aan mijn eindeloos geslurp of het feit dat ik een wijntje binnen 15 seconden opdrink, in plaats van 15 minuten. Laten we maar zwijgen over mijn bizarre boervolume. Helemaal alleen een filmpje pakken is net hemel op aarde, maar er zijn er maar weinig die dat doen. Je weet gewoon dat je wordt aangestaard. Al voel ik toch liever al die ogen in m’n rug branden, dan dat ik telefoonschermen en gesmak naast mij moet verdragen.
Het ergste zijn de verjaardagen. In je uppie naar zo’n gedwongen verzamelplaats voor de laatste roddels en droge cupcakes. Als je er dan eens een keer niet bent, wordt de mogelijkheid besproken dat je misschien wel hetzelfde geslacht prefereert. Wat gek is, want ook al zou je gay zijn, je bent nog steeds single, dus waar zit de logica? Uit wanhoop zou je bijna gaan googelen op ‘stand-in dates’. Studenten! Dat verdient misschien wel genoeg voor weer wat bakjes kip kerrie salade en chemische noodles! Vervolgens word je dan verliefd op jouw werkgever, beschamend om te vertellen aan je kleinkinderen. Veel erger dan Tinder.
Hoe bedoel je veemarkt? Allemaal op zoek naar het ideale stukje vlees om je voor de rest van je leven aan te goed te doen.
Sinds wanneer is het stilzwijgend onacceptabel geworden om dingen alleen te ondernemen? Iedereen lijkt maar te denken, dat ‘we’ op ons zelf zijn omdat we nu eenmaal geen keuze hebben. Je zou haast denken dat er iets mis met je is. Te vet, over de datum, niet biologisch, te mager, te goedkoop, niet lekker. Met z’n allen liggen we op een rijtje in het schap, arme zieltjes die wachten op een grijpgrage hand die ons wil hebben. ‘We’ horen geen keurmerk, prijskaartje of verloopdatum te hebben. Of je nu 19, 25, 46 of 89 bent, ‘we’ zijn nog steeds het meest veelzijdige stukje vlees.