We hebben een beller
‘Ik ben gek op je heerlijke borsten. Ik zou ze… ‘
Jaaah, daar zal de Liefste zijn.
‘. . . en met m’n hoofd tuss… ‘
Oh! Ik voorzie een feestelijke avond.
Alleen zie ik de Liefste nergens, dus ik ga op het geluid van de stem af, die uit de slaapkamer lijkt te komen.
Deur open.
Niets.
Ik loop het balkon op en ik zie een auto voor de deur geparkeerd staan.
Ja hoor… we hebben een beller.
En die realiseert zich niet dat een auto net zo geluiddicht is als de Kuip bij de eerste treffer van het Nederlands elftal.
Ik ga er lekker voor zitten, want er komt een hoop geluid uit de auto.
‘Hmm schatje, vertel eens . . . Wat ga je allemaal met me doen?’, vraagt de Stem.
De vrouw in de auto kan ik niet verstaan, maar aan de Stem, die door haar speaker schalt, te horen moet het verrot opwindend zijn.
De auto barst zowat uit z’n casco van de Ohhh’s en Ahhh’s.
Ik ben inmiddels behoorlijk ontstemd, want ik kan er geen donder meer van verstaan.
Terwijl ik het juist zo naar mijn zin had.
Maar haar speakers raken volkomen overstuurd.
Mijn trommelvliezen ook.
Ik vind ‘t mooi geweest en loop naar de auto.
‘Hallo pop, leuk dat je je auto hier parkeert om te bellen. Maar je weet ook, dat de hele buurt kon horen hoe je Telefuck-buddy net uit z’n zipper is geknald?’
Pop is not amused.
De Stem ook niet.
Ik wel.
Want terwijl Pop boos plankgas geeft en de vloekende Stem met zich meeneemt, zie ik net de Liefste parkeren.
En hij weet het nog niet… maar het wordt een feestelijke avond.