Waarde in Wording
Mijn studie zit erop. Mensen vragen wat ik nu doe. Oftewel, hoe ik mijn geld verdien. Het doet me denken aan de vraag van vroeger: wat wil je later worden? Het is nu later, maar ik ben nog niks geworden. Althans, geen profvoetballer of brandweerman.
Zo hang je even in het luchtledige, tot je identiteit zich naar één beroep kan schikken. Als student staat je leven in het teken van persoonlijke ontwikkeling. Hoe breder hoe beter, met academisch denkniveau en zo. Maar niemand neemt je daar voor aan. Tenminste, de vacature manusje-van-alles is mij nochtans ontgaan. Je moet jezelf kunnen verkopen voor een fulltime functie met excellente beheersing van X, Y en Z.
De inhoudelijke match is lastig te maken. Ik was een onderzoeker, bedenker en begeleider. Iemand die meewerkte aan projecten voor duurzaamheid, gezondheid en onderwijs. Geld verdiende als artiest tot IT’er. Organisaties hielp en inspireerde. Het mag echter geen naam hebben zonder specifieke titel of grote-mensen-salaris. En dat bepaalt blijkbaar toch je letterlijke en figuurlijke waardigheid.
Naast mijn studie leerde ik het één en ander over creativiteit, productiviteit en welzijn. Weinig past in het plaatje dat ik bij sommige banen krijg. Ik zie mogelijkheden voor de maatschappij – een brug te ver. Ik zie namelijk ook de gevaarlijk dunne grens in het zijn van een constructieve criticus of veeleisende, verwende aap. Maar welke van de twee ik ben, is niet aan de orde. Ik moet nu eerst weer iets van waarde worden.