Thijs is niet normaal
Graag, maar naïef wil ik u Thijs voorstellen. Graag, omdat Thijs uitzonderlijk gezellig is, bijzonder dapper en over een ongelooflijk talent beschikt om zelfs de meest geoefende beroepschagrijnen te laten glimlachen. Een talent dat zeer gewaardeerd wordt door de bewoners van de plaatselijke ouderenzorginstelling. Elke zaterdagochtend zitten ze in de supermarkt te wachten aan een tafeltje met een plastic bekertje koffie. Thijs is nog te jong om koffie te drinken, maar met een vers gebakken kaiserbroodje kun je ook aan het koffietafeltje zitten om gezellig te kletsen.
Kletsen doet hij zoals niemand anders dat kan, want Thijs heeft een speciale eigenschap. Hij is gehandicapt. Zijn verstandelijke groei blijft vele jaren achter bij die van zijn lichaam. Het maakt hem eindeloos trots als hij helpt tafel dekken, pannenkoekbeslag roeren, boodschappen opruimen of een moeilijke puzzel van minstens 30 stukjes legt. Het maakt mij ook trots als ik alle knutselwerkjes zie die we elke woensdagmiddag samen maken en elk kleurloos hoekje van ons huis opfleuren. Ik vertel er graag over.
Naïef, want Thijs is niet normaal. Daarom kan hij niet naar een normale school, maar krijgt hij zorg. Elke dag gaat hij naar de dagopvang. Dat ging ooit prima, hij had het naar zijn zin en floreerde, maar Thijs wist niet dat floreren alleen bedoeld is voor normale kinderen. Daarom werd Thijs uit de groep gehaald en in een nieuwe groep gezet, in een schoolse omgeving, waar hij kan leren om bijna net zo gewoon te lijken als alles anderen. Elke dag gaat Thijs er vrolijk naartoe en elke dag komt hij uitgeput weer thuis. Jammer voor de ouderen, want voor lekker zitten kletsen heeft hij de rust niet meer. Pannenkoekbeslag is nu een middel om frustratie kwijt te raken. Dat kan als je ermee gooit. Pappa’s en mama’s zijn daar ook goed voor, want daar kun je op slaan als je niet weet hoe je anders al die uitputtende indrukken moet verwerken.
Naïef kaarten wij als ouders het probleem aan bij de zorginstelling. Ze nodigen ons uit voor gesprek om uit te leggen dat Thijs zo leuk mee doet aan alle oefeningen. Dat wel natuurlijk, maar de uitputting dan? Er volgt een tweede gesprek en een derde, maar geen actie. School is goed, school is normaal. Machteloos verlaten we het gebouw. Thuis eten we pannenkoeken en even na middernacht sluit ik mijn ogen en droom over een samenleving waarin niemand probeert mijn zoontje normaal te maken, een samenleving waarin hij gewoon Thijs mag zijn.