Reizigertje pesten

Oscar van Schijndel 21 okt 2019

Zaterdagavond. Ik keer voortijdig terug van, laat ik zeggen, het “Groningen Dance Event”. In de trein komt iemand langs die me een kaartje in de hand drukt. Vanaf donderdag werkzaamheden ten noorden van Eindhoven, vier dagen geen treinen maar bussen.

Donderdagochtend. Hoewel ik vandaag niet de trein hoef te pakken, ben ik toch op weg naar het station om een Metro te pakken. Het geklaag is weer niet van de lucht, maar van de forensen. “Kan Prorail echt niks anders dan alleen maar reizigertje pesten?”, was de kreet die me het meeste bijbleef. Het valt me nog mee dat NS niet de schuld van de ellende krijgt. Zowaar iemand die weet dat NS vooral treintjes rijdt en dus ook slachtoffer is van de pesterijen van Prorail.

Ik voel de behoefte om te beschrijven wat Prorail zoal doet. Zoals een ecoduct bouwen, zodat ook onze andere bewoners van deze planeet veilig het spoor over kunnen steken. Of dat het bedrijf voor de infrastructuur verantwoordelijk is waardoor 96% van onze treinen op tijd rijdt. Misschien ook wel de trein waar u normaliter mee reist, Mister X. Maar ik verzuip zowat in mijn chaotische oceaan van woorden.

Zondagmiddag. Ik ben op de weg terug van mijn eigen Amsterdam Dance Event. Niet het ADE, daar heb ik inmiddels adé tegen gezegd; ik heb meer iets met jungleritmes. Ik wil in Amstel van de metro op de trein overstappen; ik zie de achterlichten. In Bijlmer weer achterlichten. Ook in Utrecht zie ik nog net de achterlichten. Ik begin zowaar te geloven dat er in dit land echt een instituut bestaat dat er enkel op uit is om reizigers te pesten.

Aankomst in ’s-Hertogenbus, overstap op het “treinvervangend vervoer”. Inmiddels is het begonnen met regenen. De chauffeur verblijdt ons met “La Paloma Ade” en de grootste hits van Anneke Grönloh. “Titanicmuziek”, aldus iemand achter mij in Den Busch. “Inderdaad, muziek terwijl u verzuipt”, denk ik, terwijl buiten wel een oceaan overeind lijkt te staan, wetende dat de Titanic exact een halve eeuw vóór Annekes “Paradiso” is gezonken.

Nog één keer de achterlichten, die van de bus. Ik ben verlost van de OV-jungle en op weg naar mijn huiselijke paradijsje.

Maandagochtend. De treinen rijden weer normaal. Verderop in de week zit ik er zelf in. Zal ik Mister X weer ontmoeten? Of een van zijn gelijkgestemden? Ik bereid me voor op de confrontatie. “Nee Oscar, dat zijn aannemers die dat ecoduct hebben gebouwd. NS rijdt de treintjes, en Prorail is er vooral om reizigers te pesten.”