Een verrassende (dieren)dag.

Imka Meuwese 1 okt 2019

Een hond voelde zich het zwarte schaap van de familie. Zijn moeder vertelde hem dagelijks dat hij een domme ezel was en schold hem regelmatig uit voor vet varken. Op een dag besloot de hond het hazenpad te kiezen. Het was warm, de mussen vielen bijna dood van het dak, en hij was al vroeg uit de veren. Hij trok dit hondenleven niet meer en dus was de vogel gevlogen….hij wilde nooit meer de underdog zijn.

Toen hij na enkele uren bij een boom pauzeerde hoorde hij een geluid boven hem, het was een poes. De hond was voorzichtig, hij keek altijd eerst de kat uit de boom. Maar deze kat deed poeslief en begon zowaar een praatje met hem. Dat deed hem goed want zijn moeder was immers een gemene rat die niets anders deed dan katten tegen hem. Hij vroeg de poes om naar beneden te komen maar nu bleek ze toch zo bang als een wezel vanwege haar laatste ontmoeting met een hond. Ze hadden namelijk gevochten als kemphanen en het moest zo erg zijn geweest dat de honden er geen brood van lustten, vertelde de poes, die blijkbaar ook niet voor de poes was. Sindsdien zag ze regelmatig beren op de weg maar hoog en veilig in de boom voelde zij zich als een vis in het water. In vogelvlucht vertelde de hond zijn verhaal, ondanks dat hij eigenlijk een hekel had aan oude koeien uit de sloot halen. Zo stil als een muis had de poes naar hem geluisterd en voelde zich plots een domme gans omdat ze zo’n angsthaas was terwijl deze hond duidelijk geen vlieg kwaad deed.
Dus maakte ze wat rare sprongen, ook al zat ze niet in het nauw, en kwam vlak voor hem weer keurig op haar pootjes terecht. De hond was zo trots als een pauw omdat zij deze hertensprong speciaal voor hem had gemaakt en kreeg voor het eerst vlinders in zijn buik. Hij plukte een bloem, een leeuwenbekje, en gaf deze aan haar. Eigenlijk hield de poes niet zo van bloemen maar je mag een gegeven paard niet in de bek kijken en dus was ze er als de kippen bij om het geschenk dankbaar van hem aan te nemen. En ook al brengt 1 zwaluw nog geen zomer, de hond was meteen hoopvol. Als twee tortelduifjes zaten ze de hele middag onder de boom te keuvelen over koetjes en kalfjes, toen de hond dacht: ‘Goh, hoe een koe een haas vangt…!’
Normaal was hij niet echt een haantje de voorste maar dit keer wist hij: ‘Dit chickie is de mijne!’ En nu maar hopen dat deze poes geen wolf in schaapskleren bleek te zijn, anders had hij mooi een kat in de zak gekocht.