Birthday Blues
Met weemoed denk ik terug aan de gelukkige verjaardagen uit mijn jeugd.
Die ultieme geluksmomenten hielden op vanaf het moment dat ik zelf verjaardagsfeestjes moest gaan organiseren. In mijn eigen huis met man en vier kinderen.
Gezellig, een feestje met familie, vrienden en kennissen. Gezellig?! Misselijk makend vind ik het. Ontzettend vermoeiend ook. Eerst je huis een beetje fatsoeneren, fris toilet, schone gastendoekjes, stoffen, zuigen, dweilen. Tuin versieren, partytent opzetten, tuinmeubels schrobben. Tegen de tijd dat ik mezelf wil trakteren op een speciaal verjaardagstukje, moet ik nog boodschappen halen. Ter plekke verzin ik in de supermarkt een paar gezonde hapjes want iedereen is aan de lijn.
Vervolgens sta ik die avond trots met een schaal komkommer-mozzarella en zelf gebakken spelt-chips in mijn handen.
‘Nee hoor, kieren de dames, vandaag willen we lekker taart!’
‘Ik lust geen spelt-chips,’ jammert mijn kleine neefje. ‘Ik wil taart!’
‘Ik heb geen taart vandaag lieverd,’ beken ik schuldig. Neefje begint te huilen, heel hard.
Schoonzus Thea vraagt of ik nog luiers heb en verschoont mijn schattige nichtje op de keukentafel, naast mijn zelfgemaakte zalmsalade.
‘Als ik iets voor je kan doen moet je het zeggen hoor,’ zegt ze, terwijl ze de vieze luier in mijn zojuist verschoonde prullenbak gooit.
‘Wat stinkt het hier,’ hoor ik iemand zeggen.
Tante Loes snijdt een stokbrood, met een groot broodmes op mijn gloednieuwe aanrechtblad. Zonder broodplank.
‘De bel gaat!’ schreeuwt een neef die nota bene zelf nog in de hal staat.
‘Zeg heb je al gehoord dat Mees niet naar het VWO mag,’ klaagt een vriendin. Ik luister maar half, want die verrekte deurbel blijft maar gaan.
‘Kan iemand Godver….even de voordeur opendoen,’ schreeuw ik terwijl ik de verbrandde kip-kluifjes uit de oven haal.
Nee, ik ben niet blij, ik voel mij niet jarig, vrolijk of dankbaar. Ik wil gewoon dood. Mijn voeten doen zeer en ik heb zojuist mijn hand verbrand. Mijn panty zit te strak en mijn mascara is al doorgelopen. Maar niemand die iets ziet of zegt. Ik heb überhaupt geen tijd voor een gezellig praatje. Vandaag ben ik niet belangrijk. Vandaag ben ik de gastvrouw, de catering-slavin die het iedereen naar de zin moet maken. Bovendien lijkt het de laatste jaren altijd te moeten regenen op mijn verjaardag.
‘Waar is die jarige ouwe taart,’ roept een nieuwe gast vrolijk vanuit de hal.