Bedstee
Vanochtend zat ik met een kopje koffie wakker te worden in de trein.
Een oude man met een lange baard, een stok en een klein brilletje zat zojuist tegenover mij in de trein. In de volle coupe mompelt hij zacht tegen me:
‘Dit is toch geen stiltecoupe?’
Nee, we zitten niet in een stiltecoupe.
‘Is iedereen nog niet wakker dan?’
Ik leg hem uit dat het ’s middags ook stil is als de coupe vol zit.
‘Dat is vast omdat iedereen op die hoe-heet-dat, die laptops zit’.
Ja, ik denk ook dat het is omdat iedereen op de telefoon zit, dat is de krant van deze tijd. Heeft u geen telefoon?
‘Ik heb wel een telefoon, maar niet zo’n digitale’.
Ik moet me voorover buigen voor het gesprek omdat hij zo zacht praat. Soms kijk ik om me heen omdat het zo gek voelt om een gesprek te voeren in een volle en stille coupe. De meneer vertelt me dat hij in een boerderij in Drenthe woont die hij 50 jaar geleden heeft gekocht en in een bedstee slaapt. Ik geloof ‘m direct. Hij maakt zich zorgen over de mensen die hij ziet, dat ze allemaal zo op hun telefoons zitten: ‘ik vind het verwarrend’ zegt hij. En verslavend.
Het is alsof ik met het verleden praat en deze tijd probeer te verdedigen, immers, whatsapp, facebook en al die apps zijn erop gebouwd dat we het telkens weer checken. Er werken slimme mensen op duurbetaalde banen die de functie hebben om deze apps verslavender te maken. Dus net als het sigaretjes roken van vroeger, pakt nu iedereen automatisch z’n telefoon (daarom zitten jij en ik nu toch ook op Facebook?).
En achja, iedere tijd heeft zo z’n verslaving en ellende, zolang we maar geen gezinnen opsluiten in de kelder van onze boerderijen. Nee hoor, dat die grap durfde ik echt niet te maken tegen deze meneer. Daar heb ik Facebook voor. 😉