Werken moet wel heel erg leuk zijn
Mijn vrouw en ik moeten af en toe heel vroeg de trein in. We gaan dan naar Amersfoort en passen er op onze kleinkinderen. Als pensionado’s hebben wij dan een vast grapje over al die mensen, die ook zo ijzig vroeg op zijn. Na vijf-en-veertig jaar zelf gewerkt te hebben, vinden wij dat we dat mogen. Als we dan in de hal van Rotterdam CS stappen, zeg ik: “Wat een mensen.”
Mijn vrouw lacht, herkent onze vaste grap en stelt dan de retorische vraag: “Waar gaan al die mensen naar toe?”
Ik vul het rollenspel aan met: “Naar hun werk.”
Mijn vrouw knikt met medelijden, maar ik verheug me al op mijn vervolg: “Werken moet wel heel erg leuk zijn. Anders zouden al die mensen er nooit zo vroeg heen willen gaan.”
Sorry Metro-lezer, ik zie je geërgerd kijken. Zo erg is het toch niet. Als je na al die jaren werken ook eindelijk mag rusten, begrijp je ons. Maar voorlopig, geniet er van. En misschien is ons grapje wel geboren uit jaloezie. Wat is er fijner dan leuk werk. Je krijgt er bovendien nog geld voor ook. Dus…werk prettig en een fijne dag.
In de trein heen is het heerlijk rustig. Iedereen zit met een MacBook, Metro of Smartphone. Wij kijken wat lacherig toe.
Maar in de trein terug is de sfeer duidelijk omgedraaid. De vrolijkheid is nu bij de mensen, die terug van hun werk komen. De een kletst vrolijk, een volgende praat met zijn smartphone, werkdagen worden met collega’s besproken. Mijn vrouw en ik hebben een prachtige dag gehad met onze kleinkinderen, maar zijn nu in tegenstelling tot de werkers nu de stille reizigers. We zitten op een bankje gepropt en houden elkaar zo overeind. Dodelijk vermoeid. Ik hoor iemand zeggen, dat hij direct doorgaat naar de sportclub. Aan de andere kant komt iemand straks thuis in een verjaardagsfeestje. Ieder blijkt het op het werk naar zijn zin hebben gehad, maar velen gaan in de avond nog een halve werkdag door. Ik krijg steeds meer respect voor deze harde werkers. Dat besef begint diep door te dringen. De betekenis van onze grappig geformuleerde zin verandert behoorlijk. De klemtoon hierin verschuift naar het woord ‘moet’. Anders houdt niemand dit vol.
Werken moet heel erg leuk zijn.