Welkom in Amerika
‘Ik zal geen wapen mee naar school nemen en als ik iemand met een wapen zie, zal ik dit melden bij de leraar.’ Dit is een van de vele regels in een verklaring, die mijn zoon van 10 jaar moest ondertekenen om officieel toegelaten te worden tot de middle school. Omdat hij toen nog geen Engels sprak, moest ik eerst de verklaring voor hem vertalen. Welkom in Amerika, schat.
Andere regels gaan bijvoorbeeld over discriminatie: ‘Ik zal niemand discrimineren, niet op grond van ras, geslacht, religie, uiterlijk, handicap of wat dan ook.’ Heel goed, daar kun je niet jong genoeg mee beginnen. Zeker in een land waar de president zo nu en dan het tegenovergestelde lijkt te twitteren.
Mijn zoon van 13 moest de verklaring ook ondertekenen, maar had wat meer moeite. Niet vanwege de regels over wapens en discriminatie maar vanwege de regels over pesten. ‘Ik zal niemand pesten en als ik zie dat een ander kind iemand pest, zal ik dit melden bij de leraar.’ Hij zei: ‘Dit kan ik dus niet ondertekenen. Ik ga heus niemand pesten, maar ik ga mijn vrienden toch niet verlinken?’ Ik zeg: ‘Teken nou maar, anders kun je hier niet naar school. En trouwens, je hebt toch nog geen vrienden?’ Waarop hij antwoordt: ’Mam, je weet toch, iedereen is mijn vriend.’
De volgende tekst die ik voor de jongens mag vertalen is de ‘Pledge of Allegiance’ (de belofte van trouw), waar iedere schooldag mee wordt gestart. Een groepje uitverkoren kinderen mag op de kamer van de directeur door de microfoon de ‘Pledge’ opzeggen. In de klassen gaat iedereen dan staan en de ‘die hards’ – of zoals mijn kinderen zeggen de ‘try hards’ – leggen hun rechterhand op de borst. Dan klinkt in koor: ‘I pledge allegiance to the Flag of the United States of America, and to the Republic for which it stands, one Nation under God, indivisible, with liberty and justice for all.’ Waarna de directeur vrolijk afsluit met: ‘Have a wonderful day at school.’
Dit was hun eerste huiswerk: de ‘Pledge’ uitschrijven en uit hun hoofd leren. Natuurlijk een beetje onwennig en raar, maar mijn jongste was het met name niet eens met de uitspraak ‘one Nation under God’. Hij zei: ‘Dit kan ik niet zeggen, want ik vind niet dat Amerika recht onder God valt, alle landen zijn gelijk en de de hele wereld valt onder God.’ Ik zei dat hij gelijk had, maar dat het waarschijnlijk niet zo bedoeld was. Hoewel Mr. president daar misschien anders over denkt, maar dat laatste heb ik er maar niet bij gezegd.