Mijn dochter is zon en mijn zoon is drie sterren
Bij het ophalen van school komt mijn dochter trots aanhuppelen en zegt: ‘mama. ik ben zon’, ‘ik ben zon’. Ik kijk om me heen omdat ik geen andere ouder of kind wil kwetsen en zegt zachtjes tegen haar dat heel goed is en dat zij vooral mijn zon is.
Een zon op school betekent dat een kind een moeilijker boek krijgt dan andere kinderen, kinderen van 6 jaar! kinderen die net in groep 3 beginnen, kinderen die tot de zomer in de kleuterklas zaten en samen zonder verschillende zonnestelsels speelden.
Een kind die geen zon is een maan. Mijn dochter vindt het zielig dat haar vriendin een maan is. Ik probeer haar te overtuigen dat een maan-boek niet zielig maar gewoon anders is.
Ik zit me dwars en ik vraag me af of deze differentiatie goed is voor kinderen. Bij mijn oudste zoon die in groep 7 zit zijn kinderen één, twee of drie sterren. Hij zit in een drie sterren groep maar naar aanleiding van zijn resultaten ik vraag aan hem of het niet beter zou zijn om in de twee sterren groep te zitten en extra instructies te krijgen. Vervolgens voelt hij zich beledigt omdat ik hem niet slim genoeg vind.
Wat mij het meest stoort is het werkwoord ‘zijn’ dat wordt gebruikt als je één van de boeken krijgt. Niemand is in het echt een zon, maan, één ster, twee sterren of drie sterren, iemand mag een blauw, groen, rood of geel boekje hebben maar kinderen laten categoriseren of laten voelen dat ze meer of minder slim zijn op zo’n jonge leeftijd is heftig.
Natuurlijk wil iedereen het goed doen, vooral kinderen. Hoe kunnen we ze onderwijzen, zonder het gevoel te hebben meer of minder slim te zijn?