Mevrouw Zuurtje
‘Volgens mij zit mijn scheiding iets lager.’ Ze wijst met haar vinger een afstand tweeënhalve millimeter aan. Ik schuif vijf haren opzij.
‘Nee, toch iets hoger! Past u op voor het gat achter mijn oor, dat is nog steeds erg gevoelig. U gebruikt toch wel versteviging hè? Zou u niet beter kunnen föhnen in plaats van watergolven.’
‘Watergolf is steviger, daar heeft u langer plezier van,’ zeg ik bemoedigend.
‘Wilt u misschien een kopje koffie?’
‘Ja, een cappuccino graag.’
‘Dat heb ik niet.’
‘Welke koffie serveert u?’ vraagt ze of alsof ze zich in het Hilton bevindt.
‘Uhm…ik heb een Senseo apparaat. Melk en suiker?’
‘Heeft u geen cafeïnevrije koffie?’
‘Nee, mevrouw het spijt me.’
Terwijl ik een koffiepad pak en nèt op het knopje druk, zegt ze: ‘Doe toch maar liever thee, met een wolkje slagroom, geen melk, geen poeder en twee zoetjes graag.’
‘Ik heb alleen koffiemelk, mevrouw.’
Ze trekt een wenkbrauw op, ‘nou vooruit, dat moet dan maar.’
Zodra ik de droogkap over haar hoofd wil zetten zegt ze: ’U vergeet de watjes voor mijn oren. Juffrouw, ik kan niet bij mijn krantje komen, kunt u deze even voor mij pakken,’ ze strekt haar armen overdreven naar voren.
‘Juffrouw, de droogkap is te heet.’
‘Juffrouw, de droogkap wordt koud.’
‘Juffrouw, kan er een beetje koud water in mijn thee? Kan ik hier pinnen?’
Ja, dat kan.’
‘Zoveel? De vorige keer was het goedkoper.’
‘Dat klopt, u bent drie jaar geleden voor het laatst geweest.’
Mevrouw toetst twee keer de verkeerde pincode in.
‘Zal ik u even helpen, vraag ik behulpzaam.’
‘U denkt toch niet dat ik u mijn pincode geef hè, ik ben niet gek!!’ De laatste poging mislukt ook.
‘Dat ligt aan uw pinapparaat’,
‘Uiteraard,’ mompel ik, op deze manier ontfutsel ik altijd vele pincodes en ’s nachts kom ik terug om uw pinpas te stelen.’
‘Wat zegt u? Ik kan u moeilijk verstaan want ik heb mijn gehoorapparaat niet in.’
Ik pak haar gehoorapparaatje van het spiegel-plankje.
‘Hé, wat gaat u daarmee doen?’ vraagt ze argwanend.
Zwijgend stop ik het apparaatje in haar oor en zie het kopje thee onaangeroerd op het plankje staan.
‘Wilt u u thee nog opdrinken?
‘Nee, de thee was al koud.’
Uiteindelijk rekent ze contant af en zegt: ’Ik geef nooit fooi maar als u wilt heb ik wel een Napoleon voor u.’ Ze spreekt het uit in haar beste Frans en haalt een verfrommeld geel zuurtje uit haar tas.
‘Nee dank U, zeg ik vriendelijk, ik heb net een zuurtje gehad.’