Heiligenschijn
‘Stil, hè?’
‘Ja, en dat midden in de stad. Ik ben hier lang niet geweest.’
‘Je hebt er niets mee?’
‘Nee, nooit gehad ook.’
‘Ik kom hier graag, zeker met dit stralende weer.’
‘Wat zegt het jou dan?’
‘Kom zitten, doe die zonnebril af en vertel me wat je ziet.’
‘Ik zie wat jij ziet.’
‘O ja? Kijk naar de schaduwen, volg de contouren. Wat valt op?’
‘Ze zijn scherp, door de felle zon.’
‘Concentreer je op de randen.’
‘Ik … raar: pal langs de randen lijkt het lichter dan verderop. Wat zegt dat?’
‘Ja, wat zeggen de zerken?’